Mijande-advocaat Rorink wil met zijn verhaal over Gerards doodsbedreigingen aan de buurvrouw ‘stemming maken’, meent Gerards raadsman. ‘Het is vandaag geen strafzaak maar een civiele zaak. De strafrechter moet beoordelen wat er op die avond van de 21e juni wel of niet is gezegd en of daar een straf op moet volgen. Er is wel wat aan de hand in de straat, maar de huizen zijn gehorig en als de radio zachter moet, dan doet mijn cliënt dat. Anderen doen ook weleens wat, maar daar klaagt hij niet over.’ ‘Ik ben niet zo van het praten’, reageert Gerard. Rechter Van Houten krijgt hem toch graag aan de praat. ‘Hoe zit het met die bedreiging?’, vraagt hij. ‘Dat viel wel mee. Het was Vaderdag en mijn vader was een paar maanden daarvoor overleden. Dan zit je emotioneel ook niet zo goed in elkaar’, antwoordt Gerard, die daarmee volgens raadsman Krijgsman voldoende heeft gezegd. ‘Ik wil niet dat mijn cliënt iets zegt waarvan de advocaat van de woningcorporatie een verhaal maakt. Dat het wel meeviel, moet genoeg zijn.’