Laden...

Stel veroordeeld tot 4 jaar cel voor poging doodslag op deurwaarder

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Overijssel > Nieuws > Stel veroordeeld tot 4 jaar cel voor poging doodslag op deurwaarder
Zwolle, 21 november 2019

Een 36-jarige man en vrouw uit Nieuwleusen zijn veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaar omdat zij een deurwaarder probeerden te doden met een stalen pijp en hun voormalig advocaat met de dood bedreigden. Zij moeten aan de deurwaarder een schadevergoeding betalen van iets meer dan 22.500 euro.

Afwikkeling stoppen transportbedrijf

De deurwaarder kwam op 10 juli 2019 naar het afgelegen perceel waar het stel woonde om documenten af te geven die te maken hadden met de juridische en financiële afwikkeling van het stoppen van hun transportbedrijf*.

Aanval met stalen pijpen

Toen de deurwaarder de auto op de oprijlaan voor het hek zette en uitstapte, kwam de vrouw aangelopen. Zij pakte een stalen pijp en viel de deurwaarder aan. Even later kwam de man, hij sloeg de deurwaarder eerst met de vuisten en later ook met een stalen pijp.

Daarbij sloegen ze ook naar zijn gezicht. Dat de deurwaarder de slagen kon afweren maakt het niet minder erg, de man had dood kunnen gaan als ze wel zijn hoofd hadden geraakt. Hij liep ernstig letsel op zoals botbreuken in zijn rechtervoet en zijn rechteronderarm.

​Kon geen kant op

Het stel bedreigde en mishandelde de deurwaarder en dwongen hem om zijn autosleutels en telefoon en code te geven. De deurwaardersstukken hadden ze van hem afgepakt. De vrouw verplaatste de auto en de deurwaarder kon op dat moment geen kant op. Hierdoor vreesde hij geruime tijd voor zijn leven. Aan dit grove geweld heeft de deurwaarder fysieke klachten overgehouden die hem ook nu nog beperken in zijn doen en laten.

​Alternatief scenario ongeloofwaardig

De rechtbank gelooft het alternatieve scenario van de verdachten niet, daar is geen enkel bewijs voor. De man en vrouw stelden dat juist de deurwaarder hen zou hebben aangevallen. Alle verwondingen die de deurwaarder had opgelopen zou hij bij zichzelf hebben aangebracht.

​Geen afpersing

De man en vrouw zijn vrijgesproken voor het afpersen van de deurwaarder. Het staat vast dat zij hem hebben bedreigd, mishandeld en hem van zijn vrijheid hebben beroofd om hem zijn spullen te laten afgeven. Dit neemt de rechtbank wel mee als strafverzwarende omstandigheid.

Maar om afpersing te kunnen bewijzen moet er juridisch gezien ook een economisch voordeel voor de verdachten aan zitten. Ze moeten de bedoeling hebben er aan te verdienen. Dat was hier niet het geval.

Het leek eerder de bedoeling dat de man en vrouw wilden voorkomen dat de deurwaarder weg zou gaan of aangifte zou doen. Dat de deurwaarder uiteindelijk zijn telefoon en autosleutels terugkreeg wijst erop dat het stel er niet op uit was om er financieel beter van te worden.

​Mogelijk ander strafbaar feit

De rechtbank merkt hierbij op dat het in algemene zin uiteraard verboden is om mensen te dwingen hun spullen af te geven of tegen hun zin vast te houden. De vraag of de feiten in deze zaak een veroordeling voor een ander strafbaar feit hadden kunnen opleveren kan de rechtbank niet beantwoorden. Simpelweg omdat dit juridisch gezien niet op een andere manier aan de rechtbank is voorgelegd.

​Bedreiging voormalig advocaat

Naast de poging doodslag op de deurwaarder, bedreigden de man en vrouw hun voormalig advocaat met de dood. De advocaat stond de man bij in enkele civiele procedures, die hij had verloren. Via de telefoon kreeg de advocaat op dreigende toon te horen dat haar laatste dagen waren geteld, dat ze voor de bijl ging en aan de beurt zou komen. De rechtbank verwerpt de verdediging van het stel dat ze hiermee alleen maar wilden zeggen dat ze een klacht gingen indienen of juridische stappen zouden ondernemen.

​Blijven vast zitten

De man en vrouw blijven vast zitten en mogen hun eventuele hoger beroep niet in vrijheid afwachten. Hier had het stel wel om gevraagd. Gezien de ernst van de zaak ziet de rechtbank geen reden om de voorlopige hechtenis op te heffen of te schorsen.

* In een eerdere civiele procedure oordeelde de kantonrechter dat het stel bijna 280.000 euro moet betalen aan een pensioenfonds.


Uitspraken