De straf is lager dan de eis van de officier van justitie omdat de man niet voor alle feiten wordt veroordeeld. De rechtbank velt geen oordeel over het schenden van de geheimhoudingsplicht, omdat zijn werkgever te laat was met het indienen van de klacht. Juridisch gezien had de werkgever dit binnen 3 maanden moeten doen, nadat zij wist van het gepleegde feit. Ook voor het witwassen krijgt de man geen straf opgelegd. De rechtbank oordeelt dat de man wel geld heeft ontvangen uit zijn criminele activiteiten, maar acht niet bewezen dat hij dit heeft proberen te verbergen. Daarnaast heeft de rechtbank rekening gehouden met het tijdsverloop in deze zaak.