Verdachten gebruikten veel BV’s, die op naam van katvangers werden gezet, om schijnhandel mee te drijven. Grote partijen elektronica zoals Playstations en iPhones werden in korte tijd rondgestuurd van BV naar BV. Soms binnen Nederland, soms binnen Europa. Sommige BV’s fungeerden daarbij als zogenaamde ploffers. De ploffers kochten goederen uit het buitenland in en hoewel ze bij het doorverkopen wel btw in rekening brachten bij de afnemer, droegen ze zelf geen btw af aan de Belastingdienst. Door de ‘winst’ die werd behaald door geen btw af te dragen, konden de ploffers de goederen feitelijk ver onder hun eigen inkoopprijs doorverkopen aan de afnemer.
Die afnemers, buffers genaamd, maakten ook onderdeel uit van de btw-carrousel. De buffers (vaak meerdere achter elkaar voor dezelfde goederen) vroegen de btw terug bij de fiscus. Wanneer de fiscus bij de eerste bedrijven uitkwam om de btw op te halen, bestonden die BV’s niet meer, zij waren voor die tijd al ‘geploft’. De ploffers bestonden telkens maar voor een korte periode en werden steeds weer vervangen door een nieuwe ploffer.