Bij een flauwe bocht naar rechts kwam de man met zijn auto gedeeltelijk op de verkeerde helft van de smalle weg terecht. Hierdoor had de vrouw in de tegemoetkomende auto geen enkele mogelijkheid om uit te wijken. Hoewel de man er zelf van overtuigd was dat hij goed zicht had, was dat in werkelijkheid niet zo. Want uit het onderzoek van de verkeersongevallenanalyse bleek dat het zicht werd belemmerd door de slagschaduw van de bomen langs de weg. In deze omstandigheden had de man langzamer moeten rijden, zodat hij meer overzicht had en op tijd naar rechts had kunnen sturen.