Verder oordeelt de rechtbank dat het bedrijf niet onzorgvuldig heeft gehandeld door geen extra onderzoek te doen naar het geld waarmee de motorclub de gehuurde auto’s betaalde. Een onderzoeksplicht zou op zijn plaats zijn bij bijzonder afwijkende bedrijfspatronen. Daar was hier geen sprake van.

Naast de 16 huurders van de motorclub waren er nog 572 andere huurders die ook contant betaalde. Het autoverhuurbedrijf registreerde dit allemaal netjes. Vanuit de overheid heeft het bedrijf ook nooit signalen ontvangen dat, als zij hun bedrijfsvoering niet zouden aanpassen, zij door deze werkwijze het risico liepen zich schuldig te maken aan strafbare feiten.

De rechtbank overweegt dat de wetgeving rond witwassen er op neerkomt dat misdaad niet mag lonen. Dat betekent niet dat als iemand verdachte is in een strafzaak of in het verleden is veroordeeld in zo’n financieel isolement komt, waardoor iedereen die zaken doet met deze personen meteen ook schuldig is aan het helpen bij witwassen. Dan moet er sprake zijn van bijkomende omstandigheden, en dat was in dit dossier niet het geval.