In de nacht van 12 september 2020 wilde het gezin gaan slapen, toen de bewoonster een sissend geluid hoorde. Zij ging naar beneden om te kijken en zag dat er een soort pijpje in de brievenbus zat. Omdat ze bang was voor brand in huis en voor de veiligheid van de hond, wilde ze het pijpje naar buiten duwen. Op dat moment ontplofte het. De vrouw liep ernstig en blijvend letsel op aan onder andere haar hand en ook de woning was ernstig beschadigd.

De straf is lager dan de eis van de officier van justitie omdat de rechtbank de man vrij spreekt van poging doodslag. De rechtbank oordeelt dat uit het dossier niet kan worden vastgesteld dat de man de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij het slachtoffer wilde doden. Uit het dossier blijkt dat de vuurwerkbom op het moment van de ontploffing nog deels in de brievenbus zat. Hierdoor was er geen sprake van direct contact met het hoofd, nek of de romp van het slachtoffer wat kan leiden tot dodelijk letsel. De rechtbank veroordeelt de man wel voor zware mishandeling van de bewoonster, het veroorzaken van gevaar voor zwaar lichamelijk letsel van de andere gezinsleden en bezit van illegaal vuurwerk.

De rechtbank rekent het de man wel zwaar aan dat hij op zeer lichtzinnige wijze, de veiligheid van het gezin in hun eigen huis in gevaar heeft gebracht. Dat de ontploffing enorme gevolgen heeft gehad voor de bewoonster en haar gezin, blijkt ook uit de slachtofferverklaring die zij op zitting voorlas. Haar leven en het leven van haar gezin is ingrijpend veranderd door de lichamelijke en psychische gevolgen van de ontploffing. Dat de gevolgen niet nog erger zijn, is niet aan verdachte te danken.