De man kwam met zijn vader en broer naar het politiebureau om aangifte te doen van marktplaatsoplichting. In de hal van het politiebureau ontstond een discussie met de baliemedewerksters en later met een andere agent. Voordat de politieman naar de hal kwam kreeg hij van deze agent te horen dat er een ‘gestoord gebakje’ in de hal stond, dat deze persoon opvliegerig was en dat de man had gezegd ook bij de politie te werken. De politieman zei tijdens de rechtszitting dat ‘gestoord gebakje’ voor hem betekent dat het alle kanten op kon gaan en dat hij op zijn hoede moest zijn.

De arrestatie in de hal van het politiebureau was rechtmatig, oordeelt de rechtbank. De politieman wilde weten wie die man was en wilde er voor zorgen dat die man wegging uit de hal. Toen de man niet met hem mee wilde gaan, vroeg de politieman de man om zijn legitimatie. De man voldeed daar niet aan waarop de politieman hem arresteerde. Ook het verblijf in de cel dat daarop volgde was niet onrechtmatig.

De politieman is ook vrijgesproken van mishandeling. Politiemensen mogen onder omstandigheden en onder strikte voorwaarden gepast geweld gebruiken. Vanwege het verzet van de man bij de aanhouding hebben de politieman en zijn collega’s hem bij zijn polsen vastgepakt, wat noodzakelijk was om de man gecontroleerd over te brengen naar een ophoudkamer. Hierbij zijn de regels evenmin overschreden. De rechtbank is verder van oordeel dat er onvoldoende bewijs in het dossier zit dat de broek van de man stuk is gegaan toen politiemensen in de cel het touwtje eruit trokken.