De NAM drijft een mijnbouwinrichting en wint onder andere aardgas. Daarbij komen waterstromen vrij die bijvoorbeeld mijnbouwhulpstoffen en stoffen die van nature aanwezig zijn in de diepe ondergrond, zoals kwik, kunnen bevatten. De activiteiten van de NAM vinden plaats op verschillende locaties.

De NAM heeft vergunningen om op een aantal van die locaties, waaronder de OSF, waterstromen te ontvangen, samen te voegen en te verwerken. Sommige van die waterstromen worden beschouwd als afval, waarvan de NAM zich moet ontdoen. Deze samengevoegde waterstromen worden van de OSF naar de waterinjectielocatie van de NAM verpompt en daar in de diepe ondergrond, op zo'n 3 kilometer diepte, geïnjecteerd. Ook voor waterinjectie heeft de NAM een vergunning.

In de periode van 2010 tot 2022 zijn op de OSF verschillende waterstromen ontvangen. Het Openbaar Ministerie is onder meer van mening dat de NAM sommige van deze stromen heeft ingedeeld in verkeerde afvalstoffencategorieën, zogenaamde Euralcodes. Euralcodes worden gebruikt om aan te geven of afval gevaarlijk is of niet. Dit heeft er volgens het Openbaar Ministerie toe geleid dat ten onrechte gevaarlijk afval op de OSF terecht is gekomen en is geïnjecteerd in Borgsweer. De rechtbank volgt het OM daarin niet.

Van een aantal stromen is daarnaast uit het dossier niet duidelijk geworden wat de precieze aard en samenstelling is, zodat de rechtbank alleen al daarom niet kan vaststellen dat die stromen gevaarlijk waren of op basis van de vergunning niet mochten worden ingenomen.  De rechtbank acht dan ook niet bewezen dat gevaarlijke of niet-vergunde afvalwaterstromen zijn ontvangen en verwerkt. Daaruit volgt dat ook niet bewezen is dat op die locatie gevaarlijke afvalwaterstromen zijn gemengd en daarna in de diepe ondergrond zijn geïnjecteerd. 

Het Openbaar Ministerie heeft gevorderd dat aan de NAM het voordeel dat zij heeft gehad uit de verweten gedragingen wordt ontnomen. Omdat de NAM van alle verwijten is vrijgesproken, heeft de rechtbank het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard in deze ontnemingsvordering.

• ECLI:NL:RBOVE:2025:6116, Rechtbank Overijssel, 81.287502.20 (P)
  
• ECLI:NL:RBOVE:2025:6117, Rechtbank Overijssel, 81.287502.20