De rechtbank komt tot het oordeel dat de twee 23-jarigen en de 24-jarige zich schuldig hebben gemaakt aan gekwalificeerde doodslag op Maas van den Heuvel in vereniging en dat zij zich, samen met twee andere verdachten, schuldig hebben gemaakt aan het medeplegen van een poging diefstal met geweld in vereniging, de dood van Maas van den Heuvel tot gevolg hebbend.

Dragend voor dat oordeel zijn de vele bewijsmiddelen in het dossier, waaronder het pathologisch onderzoek naar de doodsoorzaak van Maas van den Heuvel, die dood is aangetroffen in zijn huis op 18 oktober en ook de onderzoeksgegevens met betrekking tot het op het lichaam en in de woning van het slachtoffer aangetroffen DNA, de telefoongegevens, diverse verklaringen van verdachten en anderen. De rechtbank stelt vast dat de beroving van te voren gepland en uitgedacht is, waarbij de 36-jarige verdachte initiatiefnemer was, de 40-jarige man als tussenpersoon fungeerde en de drie anderen de uitvoerders waren.

De twee 23-jarigen en de 24-jarige man hebben de woning doorzocht, niets buit kunnen maken maar fors geweld uitgeoefend op Maas van den Heuvel, die als gevolg van deze gewelddadigheden is overleden. Hij overleed aan de gevolgen van verwurging en verstikking. De bijdragen van de 36-jarige initiatiefnemer en de 40-jarige tussenpersoon zowel in de fase van initiatief, de voorbereiding van het misdrijf, maar ook hun gedragingen ten tijde van de overval en daarna zijn van dusdanige zwaarwichtige aard dat de rechtbank ook hun aandeel als medeplegen kwalificeert. 

Toen bleek dat bij Maas van den Heuvel geen buit was gemaakt zijn er plannen gemaakt voor een volgende overval, het feit te Epe in december 2023. De rechtbank komt ter zake dat feit tot een bewezenverklaring van een diefstal met geweld voor vijf verdachten. De 36-jarige, nam ook hier initiatief, gaf informatie en speelde een leidende rol. Hij regelde de tussenpersoon, die opnieuw uitvoerders regelde, en waar de 24-jarige verdachte niet meer mee wilde doen was de 28-jarige hier een van de uitvoerders, net als beide 23-jarigen. 

Voor deze vaststelling noemt de rechtbank onder meer de volgende bewijsmiddelen: de aangiftes, observaties en camerabeelden, telefoongegevens, verklaringen van verdachten, DNA dat is aangetroffen. In de woning zijn Steenbergen en Spijker op een afschuwelijke gewelddadige wijze toegetakeld, en zijn er sieraden en geld buitgemaakt. Ook hier was de rol van zowel de 40-jarige als de 36-jarige van dusdanige zwaarte en betekenis dat de rechtbank de kwalificatie medeplegen geeft.

Naast de gevangenisstraffen moeten de mannen de nabestaanden van het slachtoffer een schadevergoeding van in totaal 87.865,91 euro betalen. De slachtoffers van de overval in Epe krijgen gezamenlijk 76.270,31 euro schadevergoeding.