Verder overweegt de rechtbank dat de grondeigenaar de ontpoldering wel zelf wil uitvoeren, maar op kosten van de Staat. Volgens de rechter kan dat niet van de Staat worden verlangd, onder andere omdat het gaat om waterstaatswerken die ook bescherming moeten bieden tegen hoog water. Bovendien moeten, ook nadat het project is uitgevoerd, de natuur en dijken worden beheerd. Daarover zou de Staat, als De Cloedt eigenaar blijft van de grond, geen directe zeggenschap hebben, maar steeds afhankelijk zijn van overeenstemming met de grondeigenaar.
De eigenaar kan tegen het vonnis cassatie instellen bij de Hoge Raad.