‘Never a dull moment’, zo typeert Marlies Wolfrat haar baan als vreemdelingenrechter bij de rechtbank Midden-Nederland. Niet alleen omdat vreemdelingenrecht heel dynamisch is (ontwikkelingen volgen elkaar snel op door richtlijnen en rechtspraak vanuit Europa) maar ook omdat de rechter beslist over ingrijpende kwesties.
‘Wij nemen beslissingen over de toekomst van mensen. Beslissingen die het leven van een persoon en vaak van hele gezinnen, drastisch beïnvloeden.’ Vreemdelingrecht valt onder bestuursrecht, dat gaat over conflicten tussen burgers en de overheid. Wolfrat wisselt vreemdelingenzaken af met andere bestuurszaken.
‘Die balans is prima’, zegt ze.
‘Alléén vreemdelingenzaken doen is erg pittig, want die zijn vaak behoorlijk heftig.’’
Elke zaak is anders, vertelt ze.
‘Het kan gaan over vergunningen voor studie of gezinshereniging of over het aanvragen van asiel. Maar we behandelen ook zaken van mensen zonder verblijfsvergunning die in vreemdelingenbewaring zitten. Of over de bed-bad-broodregeling voor uitgeprocedeerde vreemdelingen.’ De vreemdelingenrechter toetst het besluit van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, die beoordeelt of een vreemdeling het recht heeft om in Nederland te blijven.
‘In asielzaken kijken we of hij die beslissing heeft mogen nemen. Heeft hij de wet- en regelgeving goed uitgevoerd? En is het ook echt veilig genoeg om iemand terug te sturen? Daarvoor kijken we onder meer naar ambtsberichten van het ministerie van Buitenlandse Zaken, rapporten van zogeheten ngo’s, organisaties die onafhankelijk zijn van de overheid. Bijvoorbeeld over de algehele veiligheidssituatie in een land.’ Andere belangrijke bronnen zijn uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de rechter in hoger beroep in vreemdelingenzaken), het Hof van Justitie van de Europese Unie in Luxemburg en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg.