De rechtbank concludeert dat RDS verplicht is via het concernbeleid van de Shell-groep te zorgen voor CO2-reductie van de Shell-groep, haar toeleveranciers en afnemers. Dat volgt uit de voor RDS geldende ongeschreven zorgvuldigheidsnorm, die de rechtbank heeft ingevuld aan de hand van de feiten, breed gedragen inzichten en internationaal aanvaarde standaarden.
De Shell-groep is wereldwijd één van de grootste producenten en aanbieders van fossiele brandstoffen is. De CO2-uitstoot van de Shell-groep, haar toeleveranciers en afnemers is groter dan die van vele landen. Dit draagt bij aan de opwarming van de aarde, die tot gevaarlijke klimaatverandering leidt en ernstige risico's meebrengt voor mensenrechten, zoals het recht op leven en een ongestoord gezinsleven. Algemeen aanvaard is dat bedrijven mensenrechten moeten respecteren. Dat is een zelfstandige verantwoordelijkheid van bedrijven, die los staat van wat staten doen. Deze verantwoordelijkheid strekt zich ook uit over de toeleveranciers en de afnemers. RDS heeft een resultaatsverplichting ten aanzien van de CO2-uitstoot van de Shell-groep zelf. Ten aanzien van de toeleveranciers en afnemers geldt een zwaarwegende inspanningsverplichting, die inhoudt dat RDS via het concernbeleid van de Shell-groep haar invloed moet aanwenden, door bijvoorbeeld via het aankoopbeleid eisen te stellen aan toeleveranciers. RDS heeft alle vrijheid om de reductieverplichting naar eigen inzicht na te komen en het concernbeleid van de Shell-groep vorm te geven. De offers die dit vraagt, wegen op tegen het belang dat wordt gediend met het tegengaan van gevaarlijke klimaatverandering.