Laden...

Beroepsprocedure handhaving en sancties

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksOnderwerpen > Handhaving en sancties > Beroepsprocedure handhaving en sancties

Is uw bezwaar tegen een sanctie van de overheid afgewezen? Of is een beslissing over uw handhavingsverzoek afgewezen? Dan kunt u in beroep gaan bij de bestuursrechter. Een advocaat inschakelen is niet verplicht, maar mag wel.


Advocaat mag, maar is niet verplicht

  • Voordat u een procedure begint, kunt u juridisch advies over uw situatie inwinnen. Op de pagina juridisch advies leest u welke organisaties u juridisch advies aanbieden. 
  • U kunt de hulp van een advocaat of gemachtigde inschakelen, maar dit is niet verplicht bij de bestuursrechter. 
  • Hieronder ziet u de stappen om zelf een procedure te beginnen.

 

 

 

 De beroepsprocedure handhaving en sancties bestaat uit de volgende stappen

>Alles uitklappen

  • Om de beroepsprocedure te beginnen, dient u een beroepschrift in bij de rechtbank. U bent de eiser.

    Dien uw beroepschrift in bij de rechtbank, binnen 6 weken nadat uw bezwaar is afgewezen. De datum van de beslissing op uw bezwaar staat in de brief van de overheidsorganisatie.

    Beroepschrift indienen

    Digitaal indienen

    U kunt uw beroepschrift en onderstaande documenten digitaal indienen bij de rechtbank met het beroepschriftformulier. U heeft hier een DigiD voor nodig.

    Let op: het digitale beroepschriftformulier is niet bruikbaar voor rechtspersonen of voor gemachtigden van rechtspersonen.

    Bedrijven als een besloten vennootschap (bv) of naamloze vennootschap (nv) en organisaties als een stichting of vereniging dienen hun documenten op papier in.

    Een eenmanszaak, vennootschap onder firma (vof) of commanditaire vennootschap (cv) kan het digitale formulier wel gebruiken. Zij kunnen inloggen met hun DigiD.

    Schriftelijk indienen

    U kunt zelf een beroepschrift opstellen en dit schriftelijk indienen. Vermeld hierin:

    • uw naam en adres
    • het besluit waartegen u in beroep gaat
    • waarom u het niet eens bent met de beslissing
    • wat de beslissing volgens u moet zijn

    Voeg de datum toe en onderteken het beroepschrift.

    Versturen of afgeven

    Stuur het beroepschrift en onderstaande documenten naar de rechtbank die vermeld staat in de beslissing op uw bezwaar. U kunt het ook afgeven bij de centrale balie van de rechtbank.

    Mee te sturen documenten

    Stuur de documenten die belangrijk zijn voor de rechter mee met het beroepschrift. In elk geval:

    • het besluit op het bezwaar waartegen u beroep instelt
    • als u deze heeft: documenten en foto’s waarmee u uw standpunt kunt onderbouwen
    • een schriftelijke machtiging, als u gebruik maakt van een gemachtigde

    Extra documenten organisatie (onderneming, stichting of vereniging)

    Wilt u als organisatie in beroep gaan? Stuurt u dan ook mee:

    • een uittreksel uit het handelsregister (en als er bovenliggende rechtspersonen zijn, voegt u ook hiervan de uittreksels toe). Uit deze uittreksels moet blijken wie als (uiteindelijk) bevoegd bestuurder het recht heeft (gerechtigd is) om beroep in te stellen. Een uittreksel mag niet ouder dan één jaar zijn.
    • een kopie van de statuten
    • een uittreksel van de holding (niet ouder dan één jaar).

    Procesreglement

    Meer informatie vindt u in het procesreglement bestuursrecht rechtbanken (officielebekendmakingen.nl).

    Partijen informeren

    De rechtbank informeert de overheidsorganisatie en eventuele belanghebbenden dat u een beroepsprocedure bent gestart.


  • De overheidsorganisatie is uw tegenpartij (verweerder) in deze zaak. De rechtbank vraagt aan de overheidsorganisatie om een verweerschrift te schrijven en om alle documenten van de zaak op te sturen.


  • De rechtbank stuurt u kopieën van de documenten die de overheidsorganisatie heeft ingediend. U kunt ook aanvullende documenten indienen. Zoals een schriftelijke reactie op het verweerschrift van de overheidsorganisatie. Eventuele belanghebbenden kunnen ook documenten indienen.

    Zie ook: Digitaal aanvullende documenten indienen

    U kunt tot 10 dagen vóór de zitting nieuwe documenten indienen. Zo hebben de rechter en andere partij(en) voldoende tijd om de documenten te lezen. Als documenten korter dan 10 dagen voor de zitting worden ingediend, kan de rechter besluiten die niet toe te laten als dat nadelig is voor de tegenpartij.



  • De rechter behandelt uw beroepszaak over het algemeen op een zitting.

    Behandeling zonder zitting

    Dat is anders als:

    • de rechter van mening is dat de documenten zo duidelijk zijn dat de mondelinge behandeling op een zitting geen toegevoegde waarde heeft én alle partijen aangeven dat ze geen zitting willen. De rechter doet na de toestemming van partijen zonder zitting uitspraak. Als u het niet eens bent met de beslissing van de rechter, kunt u in hoger beroep gaan (lees hieronder verder bij stap 6).
    • de rechter kiest voor een vereenvoudigde behandeling. Bijvoorbeeld omdat:
      • de bestuursrechter niet de juiste rechter is om een zaak te behandelen (de bestuursrechter is ‘kennelijk onbevoegd’)
      • de documenten zo overduidelijk zijn, dat verdere mondelinge behandeling niet nodig is (dit heet kennelijk gegrond of ongegrond)
      • het beroepschrift te laat is ingediend (het beroepschrift is ‘kennelijk niet-ontvankelijk’)

    Bent u het niet eens met de beslissing van de rechter nadat uw zaak vereenvoudigd is behandeld? Dan kunt u tegen deze uitspraak in verzet. (lees hieronder verder bij stap 6).

    Behandeling met zitting

    Alle partijen ontvangen een uitnodiging voor de zitting. Hierin staat wanneer (datum) en waar (locatie) de mondelinge behandeling plaatsvindt.

    Aanwezigen zitting

    U bent niet verplicht om naar de zitting te komen, tenzij u opgeroepen bent. Komt u wel, dan krijgt u de gelegenheid om een mondelinge toelichting te geven. Ook kunt u vragen van de rechter beantwoorden. Hetzelfde geldt voor de overheidsorganisatie en eventuele belanghebbenden.

    Openbaar

    De zitting van een beroepsprocedure handhaving en sancties is in principe openbaar. Dit betekent dat iedereen de zitting mag bijwonen. De rechter kan in bepaalde situaties beslissen dat de zitting (deels) zal plaatsvinden met gesloten deuren.

    Getuigen en deskundigen

    Als u een getuige of deskundige wilt oproepen of meebrengen, dan moet u dat uiterlijk 10 dagen voor de zitting schriftelijk laten weten aan de rechter en de overheidsorganisatie. De rechter is niet verplicht om de door u meegebrachte getuige(n) of deskundige(n) te horen.

    De mondelinge behandeling

    De rechter leidt de mondelinge behandeling. Hij stelt vragen en bespreekt de punten waarover de partijen het niet eens zijn. Het kan zijn dat partijen alsnog samen tot een oplossing kunnen komen. Dit is alleen mogelijk als:

    • beide partijen hiervoor open staan
    • de overheidsorganisatie hier vanuit zijn taken de vrijheid voor heeft/krijgt. Een gemeente kan bijvoorbeeld wel ruimte hebben om samen te kijken naar een oplossing. Maar een inspectiedienst die controleert op veiligheid niet.

    Schikken

    De mogelijkheid bestaat dat beide partijen er alsnog op de zitting samen uitkomen. De schikking is een bindende afspraak. Dit betekent dat de partijen de afspraken moeten nakomen.

    Mediation naast rechtspraak

    Hierbij proberen partijen buiten de rechtspraak om, met hulp van een externe bemiddelaar, er samen uit te komen.

    Een gerechtelijke procedure richt zich op de juridische aspecten van een conflict. Met mediation naast rechtspraak zoekt u samen met de andere partij(en) naar een oplossing voor alle aspecten van het conflict. Daarom kijkt de rechter of uw zaak zich leent voor mediation. U kunt ook zelf aangeven dat u mediation wilt.

    Uitspraak van de rechter

    Lukt het niet om tot een oplossing te komen? Of is dit niet mogelijk? Dan kunnen de partijen hun standpunten verder toelichten en vragen van de rechter beantwoorden.

    Tussenuitspraak

    De rechter kan een tussenuitspraak doen wanneer een gebrek wordt ontdekt. Bijvoorbeeld dat het besluit onzorgvuldig tot stand is gekomen. De overheidsorganisatie krijgt dan de gelegenheid dit gebrek binnen een bepaalde termijn te herstellen. Vervolgens beoordeelt de rechter of de aanwijzingen van de tussenuitspraak zijn gevolgd en doet een uitspraak.


  • De rechter kan mondeling of schriftelijk uitspraak doen:

    • Mondeling – aan het eind van de zitting
    • Schriftelijk per post binnen 6 weken na de zitting. Heeft de rechter meer tijd nodig, dan laat hij dat tijdig weten.
    • Schriftelijk als partijen hebben afgezien van een behandeling op een zitting.

    U krijgt de uitspraak toegestuurd. Als u een advocaat of gemachtigde heeft ingeschakeld, ontvangt deze de uitspraak. De rechter kan verschillende uitspraken doen:

    Gegrond

    De rechter stelt u in het gelijk en verklaart het beroep gegrond. De rechter kan:

    • de overheidsorganisatie de opdracht geven het bezwaar opnieuw te behandelen aan de hand van zijn aanwijzingen. En dan een nieuw besluit te nemen. Mocht u het met dit nieuwe besluit niet eens zijn, dan kunt u hiertegen opnieuw bezwaar indienen en vervolgens eventueel beroep.
    • bepalen dat zijn uitspraak in de plaats komt van het besluit. Dit betekent dat er nieuwe rechtsgevolgen kunnen ontstaan.
    • bepalen dat het besluit inhoudelijk niet in stand blijft (wordt vernietigd), maar de rechtsgevolgen van het besluit wel in stand kunnen blijven. De redenen daarvoor staan in de uitspraak.

    Ongegrond

    De rechter geeft u geen gelijk. De beslissing van de overheidsorganisatie blijft hetzelfde.

    Niet eens met uitspraak van rechter

    Bent u het niet eens met de uitspraak van de bestuursrechter? U kunt in hoger beroep gaan.


  • In verzet gaan - uitspraak na vereenvoudigde behandeling

    Bent u het niet eens met de uitspraak van de rechter nadat uw zaak vereenvoudigd is behandeld? Dan kunt u tegen deze uitspraak in verzet. Dit doet u door een brief naar de rechtbank te sturen: het verzetschrift. Dit moet u binnen 6 weken doen. Oordeelt de rechtbank positief over uw verzetschrift, dan vindt er alsnog een zitting plaats.

    In hoger beroep gaan

    Bent u het niet eens met de uitspraak van de rechter? U kunt hiertegen in hoger beroep gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Dit moet binnen 6 weken na de uitspraak van de rechter. Ook de overheidsorganisatie kan in hoger beroep gaan.


Zodra de sanctie is opgelegd, zoals een last onder bestuursdwang, treedt deze in werking. U kunt dit voorkomen door een bezwaar- of beroepschrift in te dienen en de rechter te vragen een voorlopige voorziening te treffen.

 

Kosten

Aan de beroepsprocedure zijn kosten verbonden. U betaalt de kosten voor de behandeling van uw zaak door de rechter: de griffierechten. Daarnaast betaalt u voor een advocaat als u deze inschakelt.

Doorlooptijd

De beroepsprocedure handhaving en sancties (zoals een bestuurlijke boete of dwangsom) duurt minimaal 3 maanden en kan oplopen tot 1 jaar.