Beide betrokkenen ontvingen een bijstandsuitkering. Als je bijstand ontvangt, ben je verplicht om gebruik te maken van de mogelijkheden die de gemeente biedt om aan het werk te gaan of om de kans op werk te vergroten, bijvoorbeeld door het volgen van een opleiding. Uitgangspunt is namelijk dat een bijstandsgerechtigde zo snel mogelijk zelf in zijn bestaan voorziet. Als je deze verplichting niet nakomt, mag een gemeente de bijstand verlagen.
In de eerste zaak verlaagde de gemeente de bijstand, omdat de betrokkene weigerde een opleiding tot asbestverwijderaar met baangarantie te volgen. Deelnemers aan deze opleiding moeten voor het dragen van het verplichte veiligheidsmasker gladgeschoren zijn. Dat wilde de betrokkene niet, omdat hij een baard draagt uit geloofsovertuiging.
In de tweede zaak weigerde de betrokkene het aangeboden werk in een kringloopwinkel, omdat hij op vrijdagmiddagen moest werken. Dat wilde hij niet, omdat hij dan de moskee bezoekt. Daarom verlaagde de gemeente de bijstand.
In beide zaken gaat het om de vraag of de gemeenten inbreuk hebben gemaakt op de vrijheid van godsdienst die is vastgelegd in het Europese mensenrechtenverdrag. En vervolgens om de vraag of die inbreuk noodzakelijk was, want alleen dan is die inbreuk toegestaan.