Laden...

Gemeente moet aanpassing badkamer betalen

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksCentrale Raad van Beroep > Nieuws > Gemeente moet aanpassing badkamer betalen
Utrecht, 20 november 2019

De gemeente Eindhoven moet een inwoner op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) de kosten vergoeden van de vervanging van een ligbad voor een douche ook al is de badkamer afgeschreven. Dat de inwoner de aanpassing van de badkamer zelf zou kunnen betalen, is geen reden om de aanvraag voor een vergoeding op grond van de Wmo 2015 af te wijzen. Dit heeft de Centrale Raad van Beroep geoordeeld in zijn uitspraak van 20 november 2019.

Het geschil

De betrokkene in deze zaak is een vrouw geboren in 1923. Zij kon vanwege medische redenen haar ligbad niet meer gebruiken. Daarom heeft zij bij de gemeente een aanvraag ingediend, op grond van de Wmo 2015, om haar ligbad te vervangen door een douche. De gemeente wees deze aanvraag af. De betreffende badkamer was meer dan 20 jaar oud en daarmee was de normale afschrijvingstermijn verstreken. Volgens de gemeente gaat het dan om een algemeen gebruikelijke aanpassing die onder het groot onderhoud valt. Daarom moet de woningeigenaar hier zelf voor zorgen.

Geen algemeen gebruikelijke aanpassing

Wat algemeen gebruikelijk is, hoeft de gemeente op grond van de Wmo 2015 niet te vergoeden. Algemeen gebruikelijk zijn diensten, hulpmiddelen of maatregelen, zoals woningaanpassingen, die niet specifiek bedoeld zijn voor mensen met een beperking en die daadwerkelijk beschikbaar zijn. Daarnaast moeten de kosten betaalbaar zijn met een minimuminkomen.

De gemeente Eindhoven is daaraan voorbij gegaan door aan te nemen dat een badkamer na 25 jaar is afgeschreven en dat de vervanging van een badkamer dan algemeen gebruikelijk is. Het vervangen van het ligbad door een douche op medische gronden kostte in dit geval € 6.500,-. Dat is niet te betalen met een minimuminkomen. Dit betekent dat de aangevraagde woningaanpassing niet als algemeen gebruikelijk kan worden aangemerkt.

De gemeente was van mening dat de betrokken inwoner de aanpassing van de badkamer zelf kon betalen met een hypotheek op haar woning. Daarmee stelt de gemeente een financiële voorwaarde bij het verstrekken van een maatwerkvoorziening. De Wmo 2015 kent alleen de mogelijkheid om een eigen bijdrage op te leggen. Voor het stellen van een aanvullende financiële voorwaarde biedt de Wmo 2015 dus geen ruimte.

Eindoordeel

De rechtbank had de gemeente opgedragen de kosten van het vervangen van het ligbad door een douche te vergoeden. De Centrale Raad van Beroep laat deze uitspraak in stand. Het oordeel van de Centrale Raad van Beroep is in deze zaak een eindoordeel. Partijen kunnen tegen deze uitspraak dan ook geen hoger beroep instellen.

----------------------------------------------------------------------------------------------

Centrale Raad van Beroep, 20 november 2019
Zaaknummer 18/3544 Wmo 2015, ECLI:NL:CRVB:2019:3535  

De uitspraak van de rechtbank is: Rechtbank Oost-Brabant van 17 mei 2018, zaaknummer 18/608, ECLI:NL:RBOBR:2018:2728

Dit is een persbericht op basis van de genoemde uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. Bij verschil tussen dit persbericht en de volledige uitspraak is laatstgenoemde beslissend.

Voor eventuele vragen over dit persbericht kunt u zich wenden tot het secretariaat, tel: 088 361 17 30.

E-mail: voorlichting.crvb@rechtspraak.nl
Website: www.rechtspraak.nl/organisatie/CRvB

Uitspraken