Overigens schoot de DUO met dit oordeel in deze zaak weinig op. De reisgegevens hebben namelijk maar weinig bewijskracht. Er kan immers een andere verklaring zijn voor het afwijkende reisgedrag. Er is dan ook bijna altijd méér bewijs nodig dan alleen de reisgegevens. In deze zaak is er volgens de Centrale Raad van Beroep, ook als de reisgegevens erbij worden betrokken, niet voldoende bewijs dat de studente niet woonde op het van haar geregistreerde adres. De eerder toegekende studiefinanciering mocht daarom niet worden teruggevorderd.
Het oordeel van de Centrale Raad van Beroep is in deze zaak een eindoordeel. Partijen kunnen tegen deze uitspraak dan ook geen hoger beroep instellen.
De Centrale Raad van Beroep is de hoogste rechter op het gebied van het sociale bestuursrecht, het ambtenarenrecht en delen van het pensioenrecht.
Centrale Raad van Beroep, 5 februari 2018,
Zaaknummer 16/6346 WSF, ECLI:NL:CRVB:2018:269.
De uitspraak van de rechtbank is: Rechtbank Gelderland van 15 september 2016, zaaknummer 16/1934, ECLI:NL:RBGEL:2016:4975.
Dit is een persbericht op basis van de genoemde uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. Bij verschil tussen dit persbericht en de volledige uitspraak is laatstgenoemde beslissend.
Voor eventuele vragen over dit persbericht kunt u zich wenden tot de afdeling communicatie, tel: 088-3614238.
E-mail: voorlichting.crvb@rechtspraak.nl
Website: www.rechtspraak.nl/organisatie/CRvB