Laden...

Warmtenet: ACM stelt maximum huurtarieven voor afleversets van warmte juist vast

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksCollege van Beroep voor het bedrijfsleven > Nieuws > Warmtenet: ACM stelt maximum huurtarieven voor afleversets van warmte juist vast
Den Haag, 11 juli 2023

De Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft de maximum huurtarieven voor afleversets van warmte 2020 juist vastgesteld. Dat heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) vandaag beslist. Deze definitieve uitspraak is het vervolg op een eerdere tussenbeslissing (ECLI:NL:CBB:2022:184)

Tussenbeslissing

Met het Tarievenbesluit warmteleveranciers 2020 stelde de ACM voor de eerste keer maximumtarieven vast voor de huur van afleversets. Dat zijn sets die zorgen voor de verbinding tussen het centrale warmtenet van de warmteleverancier en de gebruikers van de warmte. Vereniging Energie Nederland (E-N) en acht warmteleveranciers (leveranciers) waren het niet eens met de wijze waarop de ACM de kosten van leningen die warmte-leveranciers hebben afgesloten had verwerkt in de tarieven. De ACM was uitgegaan van kosten die Europese nutsbedrijven met een creditrating BBB+ hebben. Volgens E-N en de leveranciers had de ACM moeten uitgaan van de daadwerkelijke gemiddelde kosten van de warmteleveranciers zelf. In de tussenbeslissing ging het CBb hierin mee en gaf het opdracht  aan de ACM om een nieuw besluit te nemen. De ACM deed dit in een herstelbesluit.

Herstelbesluit

In het herstelbesluit stelde de ACM de kosten voor vreemd vermogen opnieuw vast. Dit keer op basis van de daadwerkelijk door warmteleveranciers gemaakte kosten. Die kosten zijn hoger dan de kosten zoals de ACM die eerder had vastgesteld. De door ACM vastgestelde huurtarieven voor afleversets en leveringstarieven voor warmte zijn daarom nu ook hoger. 

Eindoordeel CBb

E-N en de leveranciers verzetten zich ook tegen het herstelbesluit. 
In de eerste plaats vonden zij dat de ACM bij haar nieuwe berekening de kosten voor vreemd vermogen voor alle leveranciers even zwaar had moeten wegen. Het CBb is het hiermee niet eens. Kleine leveranciers hebben hogere kosten voor vreemd vermogen dan grote leveranciers. Als de kosten bij het bepalen van het gemiddelde allemaal even zwaar zouden wegen, zouden de afnemers bij elkaar meer betalen dan de totale werkelijke kosten. Dat is in de strijd met de Warmtewet. 
In de tweede plaats wilden E-N en de leveranciers dat de bedragen die zij waren tekortgekomen doordat de tarieven eerst te laag waren vastgesteld, zouden worden verrekend in toekomstige tariefbesluiten. Het CBb is het ook daarmee oneens, omdat er voor zo’n verrekening geen basis is in de Warmtewet.


Deze uitspraak is definitief, het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) is de eindrechter in deze zaak. De volledige uitspraak is via onderstaande link te raadplegen. Bij verschil tussen dit persbericht en de volledige uitspraak is laatstgenoemde beslissend.

Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met:
Celeste de Wit, afdeling persvoorlichting, tel. 06 22812976 of 088 362 3910.


Uitspraken