De verdachte en medeverdachte deden zich voor als potentiële kopers van een auto die door het latere slachtoffer, een garagehouder, te koop werd aangeboden. Het plan was om zonder te betalen er met de auto vandoor te gaan. Tijdens een proefrit bestuurde de medeverdachte de auto, zat de garagehouder op de passagiersstoel en zat de verdachte op de achterbank. Toen de garagehouder weigerde uit te stappen, greep de verdachte hem rond de keel, trok hem vanaf de passagiersstoel ruggelings achterover en hield hem gedurende ongeveer 41 minuten in een wurggreep. Als gevolg hiervan overleed de garagehouder.