Laden...

9 jaar en 9 maanden cel voor medeplegen doodslag op garagehouder

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksGerechtshof Amsterdam > Nieuws > 9 jaar en 9 maanden cel voor medeplegen doodslag op garagehouder
Amsterdam, 18 oktober 2018
Een 48-jarige man is in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 jaar en 9 maanden vanwege het medeplegen van doodslag en wederrechtelijke vrijheidsberoving. Dit heeft het gerechtshof Amsterdam vandaag beslist. Het strafbare feit vond plaats in 1997. Het slachtoffer was een garagehouder uit Alkmaar. De rechtbank legde in 1999 een gevangenisstraf van 9 jaar aan hem op. Zijn 53-jarige medeverdachte is in 1998 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 jaar.

Wurggreep

De verdachte en medeverdachte deden zich voor als potentiële kopers van een auto die door het latere slachtoffer, een garagehouder, te koop werd aangeboden. Het plan was om zonder te betalen er met de auto vandoor te gaan. Tijdens een proefrit bestuurde de medeverdachte de auto, zat de garagehouder op de passagiersstoel en zat de verdachte op de achterbank. Toen de garagehouder weigerde uit te stappen, greep de verdachte hem rond de keel, trok hem vanaf de passagiersstoel ruggelings achterover en hield hem gedurende ongeveer 41 minuten in een wurggreep. Als gevolg hiervan overleed de garagehouder.

Hoger beroep

De strafzaak is pas 21 jaar na de gepleegde strafbare feiten in hoger beroep afgedaan. De verdachte is in 1997, kort na de strafbare feiten, naar de Filipijnen teruggekeerd en is in 1999 door de rechtbank bij verstek veroordeeld. In 2016 is hij naar Nederland overgebracht en heeft hij hoger beroep ingesteld.

Medeplegen doodslag

Het Openbaar Ministerie eiste een gevangenisstraf van 12 jaar (voor het medeplegen van gekwalificeerde doodslag, het hof spreekt daarvan vrij en komt tot een bewezenverklaring van het medeplegen van doodslag). Gelet op de ernst van de feiten acht het hof een gevangenisstraf van 10 jaar op zijn plaats. Omdat de procedure in hoger beroep te lang heeft geduurd, heeft het hof uiteindelijk een gevangenisstraf van 9 jaar en 9 maanden opgelegd.

Uitspraken