Laden...

Ondernemingskamer grijpt in bij Nardinc-groep

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksGerechtshof Amsterdam > Nieuws > Ondernemingskamer grijpt in bij Nardinc-groep
Amsterdam , 29 augustus 2024

De Ondernemingskamer wijst het verzoek om een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken bij de vennootschappen van de Nardinc-groep toe. Ook benoemt de Ondernemingskamer een bestuurder met een beslissende stem en schorst zij één van de zittende bestuurders. Daarnaast stelt zij de aandelen in de vennootschappen onder beheer van een onafhankelijke derde.

Verstoorde familieverhoudingen

In de Nardinc-groep is het vermogen van ongeveer 1 miljard euro van de nabestaanden van Jaap Blokker ondergebracht. Dat zijn Els Blokker en haar twee zonen, Erwin en Mark Blokker, die ieder voor 1/3 eigenaar van de groep zijn. De verhoudingen tussen Els Blokker en haar zonen zijn ernstig verstoord geraakt, waardoor de vennootschappen niet goed meer konden worden bestuurd. Over die conclusie waren Els Blokker en haar zonen het in de procedure bij de Ondernemingskamer in grote lijnen wel eens, maar zij verschilden van mening over de vraag aan wie die situatie voornamelijk te wijten was en welke ingrepen in de bestaande situatie nodig waren. Verder vroegen alle partijen om een onderzoek, maar waren zij het oneens over de onderwerpen die onderzocht moesten worden.

Druk op onafhankelijk bestuurder

Een stichting die de aandelen in de vennootschappen houdt, oefende de leiding over de groep uit. In het bestuur van de stichting zaten naast de genoemde familieleden enkele onafhankelijke bestuurders. Nadat twee van de drie onafhankelijke bestuurders begin juni 2024 als gevolg van de verstoorde verhoudingen opstapten, resteerde er nog slechts één onafhankelijke bestuurder. Samen met Els Blokker beschikte die over zes stemmen in het bestuur, terwijl Erwin en Mark samen ook over zes stemmen beschikten. De Ondernemingskamer oordeelt dat Erwin en Mark in een kennelijke poging hun zeggenschap verder te vergroten daarna op ongepaste wijze druk zijn blijven/gaan uitoefenen op die resterende onafhankelijke bestuurder om ook op te stappen. Die druk is door een ernstige bedreiging van Erwin aan het adres van de onafhankelijke bestuurder op onaanvaardbare wijze toegenomen. Eén en ander moet onderzocht worden. Om te voorkomen dat de problemen in het bestuur van de stichting de bestuurbaarheid van de vennootschappen negatief beïnvloeden, stelt de Ondernemingskamer de aandelen tijdelijk onder beheer van een onafhankelijke derde. 

Kritiek van de broers op het gevoerde beleid

In beperkte mate moet volgens de Ondernemingskamer de kritiek van de broers op het bij de groep gevoerde beleid ook in het onderzoek worden betrokken. Dat geldt met name voor de wijze waarop is besloten tot verhoging van de beloning van de enige resterende onafhankelijke bestuurder. 

Schorsing Mark Blokker

Mark Blokker (dan wel een vennootschap van hem) was, samen met de genoemde onafhankelijke bestuurder en/of Els Blokker, ook bestuurder van enkele vennootschappen van de groep. De Ondernemingskamer schorst hem in die hoedanigheid, omdat samenwerking met hem als bestuurder niet meer mogelijk is en dat met name aan Mark Blokker te wijten is.

Uitspraken