In de zaak tegen Dino S. is ook in december 2015 om opheffing van zijn voorlopige hechtenis verzocht. Het hof heeft dat verzoek toen afgewezen omdat er voldoende bezwaren lagen om zijn voorlopige hechtenis te rechtvaardigen. Een gedetailleerde feitelijke en juridische waardering van het door het Openbaar Ministerie gepresenteerde bewijs en wat daar door de verdediging van Dino S. tegenover is gesteld kan pas worden gegeven bij eindarrest. Zo overwoog het hof toen.
De herhaalde verhoren van de kroongetuigen Ros en La S. noch het standpunt van Dino S. hebben in die situatie tot nu toe verandering gebracht.
De kroongetuigen hebben in essentie hun voor Dino S. belastende verklaringen herhaald, terwijl Dino S. als verdachte heeft volhard in zijn verklaring dat hij met de beschuldigingen aan zijn adres in het geheel niets te maken heeft. Het hof is van oordeel dat de kern van het geschil vergeleken met december 2015 niet wezenlijk is veranderd, terwijl de waardering van de verklaringen van o.m. de kroongetuigen tegenover die van Dino S. pas na requisitoir en pleidooi kan plaatsvinden.
Daarom wijst het hof het herhaalde verzoek van Dino S. af.