In veel strafzaken hebben raadsheren met digitaal bewijs te maken. Dat neemt steeds meer toe. De complexe cybercrimezaken worden door een meervoudige Cyberkamer behandeld. Christiaan is voorzitter van deze kamer. De andere raadsheer die verbonden is aan het KCC maakt ook deel uit van de Cyberkamer. Er is inmiddels een groep van vaste raadsheren waarvan er telkens één als derde raadsheer aansluit in de combinatie om dit type strafzaken te behandelen. Christiaan vertelt: “Het is een relatief nieuw onderwerp met bijvoorbeeld nieuwe regelgeving, betrekkelijk weinig jurisprudentie, maar waar ook kennis van informatietechnologie voor nodig is. Dat moet je leuk vinden om mee aan de slag te gaan. Cybercriminelen passen zich telkens aan, waardoor er voortdurend (en niet in de laatste plaats: technische) veranderingen zijn op dit terrein. Zo berechtten we jaren geleden zaken met skimming, maar skimmen is op dit moment al weer een uitgestorven prehistorisch reptiel in de wereld van cybercrime. Die veranderingen roepen ook telkens weer nieuwe juridische vragen op. Ook krijg je vaak te maken met ingewikkelde verweren van een verdachte. Die kan bijvoorbeeld aangeven dat zijn computer gehackt was en dat hij dus niet zelf achter de misdaad zat. De opsporing van cybercrime is ingewikkeld. Niet al het onderzoek leidt ook tot vervolging. In de afgelopen jaren kende de Cyberkamer ongeveer zo’n 10 zittingsdagen per jaar. Mede in verband met de eerste mega-zaken is dat aantal bij lange na niet meer toereikend. Op een normale zittingsdag worden meerdere zaken behandeld, variërend van kinderpornografie, phishing, witwaszaken via Bitcoins, oplichting via Marktplaats en computervredebreuk tot dDos-aanvallen.”
Christiaan geeft aan dat de Cyberkamer de ambitie heeft in zijn arresten richtinggevend te zijn op dit relatief nieuwe rechtsgebied. Bij eventuele cassatie kan de Hoge Raad zich erover uitlaten. Hij vindt het belangrijk dat binnen de Rechtspraak iedereen zich op deze vorm van criminaliteit gaat instellen. Hij concludeert: “Het is materie waar we ons steeds vaker over zullen moeten buigen. Gelukkig zie ik ook veel talent, bijvoorbeeld bij secretarissen die heel gemotiveerd en voortvarend met alle uitdagingen aan de slag gaan.”