In de ontnemingszaak tegen de ondernemer, die in de strafzaak onder meer wegens omkoping is veroordeeld, werd het voordeel door het Openbaar Ministerie eerst geschat op ruim 42 miljoen Euro. In een nieuwe berekening is het voordeel becijferd op ruim 111 miljoen Euro. De rechtbank had het Openbaar Ministerie deels niet-ontvankelijk verklaard in de vordering, omdat een nieuwe vordering zou zijn ingediend en deze niet binnen de wettelijke termijn was gedaan. Het hof oordeelt dat de nieuwe berekening geen nieuwe vordering betreft.