De kerk moet inzage geven in iedere informatie die door inhoud, doel of gevolg is gelieerd aan het kerklid en waarmee het kerklid redelijkerwijs identificeerbaar is voor de kerk of voor enig andere persoon. Het maakt daarbij niet uit of het gaat om objectieve informatie of om subjectieve informatie, zoals meningen of oordelen. Een verzoek om inzage kan niet zonder meer worden afgewezen op grond dat het gaat om vertrouwelijke, interne notities. Het kerklid kan niet zonder meer aanspraak maken op integrale kennisneming van de documenten waarin haar persoonsgegevens zijn verwerkt. De informatie moet wel in begrijpelijke vorm aan haar worden verstrekt. De kerk kan de inzage in vertrouwelijke documenten beperken, als dit noodzakelijk is voor de bescherming van rechten en vrijheden van anderen. In dit geval gaat het vooral om de privacy-rechten van andere kerkleden. De kerk mag de documenten, die zij aan het kerklid overlegt, anonimiseren. De kerk kan er op die manier voor zorgen dat niet kan worden herleid wie welke uitlatingen over het kerklid heeft gedaan. Dit ter bescherming van de privacy-rechten van derden. Het is voor het gerechtshof niet mogelijk meer concreet te bepalen in hoeverre het inzagerecht van het kerklid beperkt moet worden in verband met de privacy-rechten van derden, omdat het hof de inhoud van de betreffende documenten niet kent.