Laden...

12 jaar cel voor schietpartij in Oisterwijk

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksGerechtshof s-Hertogenbosch > Nieuws > 12 jaar cel voor schietpartij in Oisterwijk
's-Hertogenbosch, 20 maart 2015

In hoger beroep is een 42-jarige man veroordeeld tot 12 jaar cel voor doodslag, poging doodslag en verboden wapenbezit. Hij schoot op 19 maart 2012 een man dood in Oisterwijk. Een andere man waarop hij schoot overleefde de schietpartij. De rechtbank veroordeelde de man op 7 mei 2013 nog tot 15 jaar cel voor (poging) moord. Ook zijn broer werd toen veroordeeld voor een poging toebrengen zwaar lichamelijk letsel. Hij kreeg bijna drie maanden cel, maar ging niet in hoger beroep.

Paniek

De man voelde zich al enige tijd bedreigd door de slachtoffers vanwege conflicten in het criminele drugsmilieu. Op 19 maart 2012 zochten de slachtoffers de man thuis op. Hij heeft zijn kinderen achter een muurtje in de woonkamer laten zitten en zijn vrouw opdracht gegeven om 112 te bellen. Toen de telefoniste echter ophing zonder te melden dat politie onderweg was, brak er paniek uit in de woning. De man vreesde voor zijn leven en dat van zijn gezin. Nadat de twee mannen naar de achterkant van zijn woning waren gelopen is hij naar buiten gerend met een wapen. Hij heeft de tuinpoort geopend en is gelijk gaan schieten. Nadat hij weer de woning was ingegaan is hij door de voordeur naar buiten gegaan en heeft daar nogmaals geschoten. Vervolgens heeft hij op een plantsoen een van de mannen frontaal neergeschoten en die is kort daarna in het ziekenhuis overleden. De tweede man wist zich schuil te houden en overleefde het schietincident.

Geen (poging) moord

Het hof neemt aan dat de man geen vooropgezet plan had om de mannen, die hem opzochten, te vermoorden. Omdat er sprake was van paniek en angst, sluit het hof niet uit dat de man handelde een ogenblikkelijke gemoedsopwelling en spreekt hem daarom vrij van (poging tot) moord.

Noodweer

De verdediging voerde aan dat er sprake was van (putatief) noodweer. De man zou in de (achteraf onjuiste) veronderstelling zijn geweest dat hij zichzelf en zijn gezin moest beschermen tegen een aanval door gewapende mannen. Het hof verwerpt dit verweer. Uit camerabeelden blijkt dat de slachtoffers niet agressief waren, geen kogelvrije vesten of bivakmutsen droegen, dat ze geen vuurwapen hadden en niet over de schutting van de man wilden klimmen. Volgens het hof was er onvoldoende aanleiding om te denken dat er sprake was van aanval waartegen de man zich moest verdedigen. Ook van psychische overmacht was volgens het hof geen sprake.

Straf

Bij het opleggen van de straf rekent het hof het de man zwaar aan dat hij overdag op de openbare weg in een woonwijk iemand heeft doodgeschoten en een tweede man bijna heeft doodgeschoten. Hierdoor zijn veel buurtbewoners, waaronder kinderen, getuige geweest van deze gewelddadige gebeurtenis. Bovendien heeft de man buitengewoon risicovol en gevaarlijk gehandeld. Het hof vindt verder dat illegaal wapenbezit streng moet worden bestraft. Ook houdt het hof er strafverzwarend rekening mee dat de man eerder is veroordeeld voor een ernstig geweldsdelict in het criminele drugsmilieu.
 
Strafverminderend betrekt het hof het feit dat de medewerkster van 112 niet adequaat reageerde waardoor bij de verdachte de indruk is ontstaan dat de politie geen hulp zou bieden. Ook blijkt uit rapportages van de psycholoog en psychiater dat de man verminderd toerekeningsvatbaar was, omdat hij toen leed aan een posttraumatische stress stoornis.

Uitspraken