Omdat het hof het rijgedrag van de man juridisch gezien niet bestempelt als roekeloos, komt het uit op een lagere straf. Hij wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 jaar en een rijontzegging van 4 jaar. De onvoorwaardelijke gevangenisstraf is 6 maanden lager dan de straf die de rechtbank eerder oplegde. Daar kreeg de man 3 jaar gevangenisstraf opgelegd, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en een rijontzegging van 5 jaar. Het hof vindt, anders dan de rechtbank, een geheel onvoorwaardelijke straf meer passend omdat de man in het verleden ook al is veroordeeld voor rijden onder invloed.