Het hof vindt in beginsel een gevangenisstraf van 4 jaar voor het plegen van deze ripdeal op zijn plaats. De redelijke termijn waarop een strafzaak moet worden afgehandeld is echter fors overschreden en dat maakt inbreuk op artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Daarom past het hof een strafkorting toe van 25%. Dat betekent dat de mannen die alleen de ripdeal hebben gepleegd een gevangenisstraf opgelegd kregen van 3 jaar. De man die ook veroordeeld is voor andere misdrijven, krijgt 3,5 jaar celstraf opgelegd.