Bij verkrachting is het uitgangspunt voor de straf volgens de landelijke richtlijnen (pdf, 1,9 MB) een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 2 jaar. Het hof vindt om verschillende redenen dat hier een zwaardere straf moet worden opgelegd, onder andere vanwege de mate, de aard en grofheid van het (seksuele) geweld tegen het jonge en ogenschijnlijk volstrekt willekeurig gekozen slachtoffer. Ook is de vrouw voorafgaand aan de verkrachtingen ontvoerd en erna gedumpt en aan haar lot overgelaten.
Volgens het hof heeft het bijzonder vernederende en kwetsende karakter van de verkrachtingen de persoonlijke integriteit van het slachtoffer in ernstige mate aangetast. In haar slachtofferverklaring bij het hof heeft de vrouw aangegeven dat het gebeurde vooral geestelijk veel leed heeft veroorzaakt en dat zij daar nog altijd last van heeft. Daarom vindt het hof een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 8 jaar voor beide mannen passend.