In deze kwestie spelen 2 grote belangen: dat van de openbaarheid van de zitting en dat van de waarheidsvinding. Openbaarheid van rechtspraak is vastgelegd in de Grondwet. Alleen in uitzonderlijke gevallen kan besloten worden om een strafzitting achter gesloten deuren te houden. Het hof heeft beslist dat de behandeling van deze zaak openbaar blijft voor zowel pers als publiek. Dat betekent ook dat de tekenaar aanwezig mag blijven. Het is de bedoeling om de verdachten tijdens de volgende zitting (op 19 februari 2016) in het openbaar te horen als verdachte in hun eigen zaak.
Het hof vindt het, net als het Openbaar Ministerie, belangrijk voor de waarheidsvinding dat de verdachten als getuige in elkaars zaak worden gehoord. Die verhoren zullen in beslotenheid plaatsvinden, door de raadsheer-commissaris. Op dat punt wordt dus een uitzondering gemaakt op de openbaarheid.