Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft alle omstandigheden die van belang zijn bij het bepalen van de hoogte van de billijke vergoeding uitvoerig geanalyseerd. Daarbij is het hof onder andere ingegaan op de invloed van de transitievergoeding, een WW-uitkering en andere feitelijke inkomsten. Ook de financiële schade van de opzegging voor de kapster is aan de orde gekomen. Als het hof alles tegen elkaar afweegt, komt het, net zoals het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, tot het oordeel dat de door de kantonrechter bepaalde 4.000 euro aansluit bij de uitzonderlijke omstandigheden van deze zaak.