De man was woonachtig in het asielzoekerscentrum (AZC) in Sweikhuizen maar hoorde op 27 januari 2022 dat hij zou worden overgeplaatst naar een ander AZC. Daar was hij het niet mee eens. Hij besloot om een medewerker van het AZC te overgieten met hete olie. Hij verwarmde twee pannen met olie in de keuken op de derde verdieping van het AZC en liet met brandend papier vervolgens het brandalarm afgaan. Toen twee medewerkers van het AZC op het brandalarm af kwamen en de trap op snelden, gooide hij in twee etappes hete olie over hen heen. 

Volgens het hof is hier sprake van voorbedachten rade. Nadat de verdachte vernam dat hij zou worden overgeplaatst, heeft hij het plan opgevat om hete olie over een medewerker te gooien. Gedurende de uitvoering van dit plan heeft hij voldoende tijd gehad om zich te kunnen beraden op dit besluit en heeft hij gelegenheid gehad om na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad. 

De man heeft zich schuldig gemaakt aan zware mishandeling van de twee AZC-medewerkers, aldus het hof. Naar aanleiding van het door de verdachte geactiveerde brandalarm kwamen zij in actie om anderen te helpen. Op deze manier heeft de man hen in feite in de val gelokt. Hij wist dat er dan medewerkers naar boven zouden komen, en stond hen op te wachten.
Met zijn handelen heeft hij op een zeer ernstige wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers en hun onvoorstelbaar leed en pijn toegebracht. De slachtoffers hebben geruime tijd in het ziekenhuis gelegen en diverse operaties moeten ondergaan. Ook nu zijn zij nog steeds onder behandeling. Het toegebrachte letsel is blijvend en ontsierend, de rest van hun leven zullen de slachtoffer dagelijks met de gevolgen van de zeer ernstige brandwonden over hun lichaam geconfronteerd worden. 

Anders dan de rechtbank vindt het hof dat bij een gevangenisstraf van 12 jaar onvoldoende tot uitdrukking komt dat de verdachte zich ten aanzien van twee personen schuldig heeft gemaakt aan zware mishandeling met voorbedachten rade. Het hof legt de man dan ook een hogere straf op dan de rechtbank. Alle omstandigheden afwegende acht het hof het passend en geboden om de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 14 jaar, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht. Daarnaast moet de man de beide slachtoffers een schadevergoeding betalen.