Als definitief komt vast te staan dat het bewuste telefonische contact heeft plaatsgevonden, heeft de oud-rechter misbruik van procesrecht gemaakt. De oud-rechter heeft dan ‘een duidelijk ongegronde vordering ingesteld, gebaseerd op een bewuste onwaarheid’, aldus het hof.
De journalist heeft voorlopig bewezen dat dit telefonisch contact tussen de oud-rechter en de advocaat heeft plaatsgevonden. De oud-rechter krijgt nu de gelegenheid om tegenbewijs te leveren.
Tot slot worden nu alvast twee verweren van de toenmalige rechter afgewezen: het beroep op het ontbreken van schade bij de journalist en het beroep op verjaring van zijn vordering.