Laden...

Tijdelijk verbod op gebruik gewasbeschermingsmiddelen bij lelieteelt

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksGerechtshof s-Hertogenbosch > Nieuws > Tijdelijk verbod op gebruik gewasbeschermingsmiddelen bij lelieteelt
's-Hertogenbosch, 22 juli 2025

Een lelieteler uit Maasbree mag tot en met 2028 geen lelies telen vlak naast een woonwijk met behulp van gewasbeschermingsmiddelen. Dat besliste het gerechtshof ’s-Hertogenbosch vandaag in hoger beroep. Volgens het hof heeft de lelieteler een bijzondere zorgplicht ten aanzien van de omwonenden, die inhoudt dat hij in hun nabijheid geen lelies bespuit met de  gewasbeschermingsmiddelen die hij wil gebruiken. De rechtbank Limburg verbood het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen door de lelieteler eerder voor onbepaalde tijd. 

De omwonenden van een akker waar de lelieteler lelies wil gaan kweken vroegen om een verbod op lelieteelt, wanneer daarbij bepaalde gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt in de dosering die noodzakelijk is voor de lelieteelt. Zij vrezen voor ernstige gezondheidsschade voor henzelf en hun kinderen. Volgens de teler is die vrees ongegrond, omdat de gewasbeschermingsmiddelen zorgvuldig zijn getest en vervolgens zijn goedgekeurd om te gebruiken. Bovendien treft hij diverse bovenwettelijke voorzorgsmaatregelen. 

Verfijnd toelatingssysteem gewasbeschermingsmiddelen

Het hof constateert dat het toelatingssysteem voor gewasbeschermingsmiddelen een verfijnd systeem is dat met waarborgen is omgeven. Daarom zouden de lelieteler en de omwonenden normaal gesproken mogen vertrouwen op de uitkomsten van de toelatingsbeoordeling door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA), de Europese Commissie en uiteindelijk het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). 

Bijzondere omstandigheden

Volgens het hof is er in deze zaak sprake van bijzondere omstandigheden. Er is namelijk gedurende de toelatingsprocedure van de door de teler te gebruiken middelen geen onderzoek verricht naar risico’s op neurodegeneratieve ziektes die op latere leeftijd optreden, zoals de ziekte van Parkinson. Ook is er geen onderzoek gedaan naar risico’s op ontwikkelingsstoornissen voor jonge en ongeboren kinderen. De te gebruiken middelen leveren echter wel een potentieel gevaar op voor het ontstaan van deze aandoeningen. Dat hebben de omwonenden in deze procedure aannemelijk gemaakt met de door hen in het geding gebrachte bevindingen en conclusies van deskundigen. Daarom zou Nederland en/of het Ctgb een risicobeoordeling door wetenschappelijke deskundigen moeten laten verrichten.  Deze beoordeling heeft (nog) niet plaatsgehad. Onder deze omstandigheden mag de lelieteler er niet op vertrouwen dat er met de door hem te gebruiken gewasbeschermingsmiddelen geen reëel gevaar voor gezondheidsschade bestaat. 

Er blijkt in Nederland geen wettelijke verplichting voor landbouwers om in de nabijheid van kwetsbare groepen, zoals kinderen, het gebruik van pesticiden te minimaliseren of volledig achterwege te laten. 

Zorgplicht

Volgens het hof heeft de lelieteler vanwege die bijzondere omstandigheden een bijzondere zorgplicht ten aanzien van de omwonenden. Wanneer hij in 2027 toch lelies gaat kweken schendt hij die zorgplicht en pleegt hij een onrechtmatige daad, als hij daarbij de in deze zaak genoemde gewasbeschermingsmiddelen gebruikt. Het hof legt de lelieteler daarom tot en met 2028 een verbod op om lelies te kweken met gebruikmaking van die gewasbeschermingsmiddelen. 

Voorzorgsbeginsel of onrechtmatige daad

De rechtbank Limburg legde de lelieteler eerder een verbod voor onbepaalde tijd op, op grond van het Europeesrechtelijke voorzorgsbeginsel. Volgens het hof kunnen de omwonenden geen beroep doen op dit voorzorgsbeginsel en mag de rechter dit beginsel niet zelf gebruiken om een verbod op te baseren. Het hof legt de lelieteler ook een verbod op, maar dan op basis van een (dreigende) onrechtmatige daad wanneer hij lelies zou gaan telen met gebruik van de gewasbeschermingsmiddelen. 

Anders dan de rechtbank Limburg legt het hof de teler een tijdelijk verbod op tot eind 2028, terwijl de rechtbank een verbod voor onbepaalde tijd had opgelegd. Voor die tijd kan een eventueel te starten bodemprocedure over het voorgenomen gebruik zijn afgerond of kunnen resultaten van nader wetenschappelijk onderzoek bekend zijn.


Uitspraken