Het Openbaar Ministerie ging bij 5 mannen uit van het medeplegen van een poging tot diefstal met geweld de dood ten gevolg en eiste gevangenisstraffen tot 8 jaar. Bij 2 andere mannen ging het Openbaar Ministerie uit van medeplichtigheid bij alleen een poging tot diefstal.
Alle mannen worden, net als eerder bij de rechtbank, vrijgesproken van het medeplegen van een gekwalificeerde doodslag. Dat is conform het standpunt van het Openbaar Ministerie en de verdediging.
Het hof spreekt hen ook vrij van het gebruikte geweld en de daaropvolgende dood van het slachtoffer. Het hof stelt, anders dan de rechtbank, vast dat een van de twee inmiddels overleden medeverdachten tijdens de inbraak het vuurwapen bij zich droeg en heeft gebruikt. Vanwege de manier waarop de tenlastelegging is geformuleerd, kan het hof de overige 7 mannen niet veroordelen voor het vuurwapengeweld. De mannen hadden op zich wel rekening moeten houden met het gebruik van enig geweld. Echter vindt het hof dat vuurwapengeweld in dit specifieke geval voor de andere mannen niet voorzienbaar was en ook niet als een reële, niet onwaarschijnlijke mogelijkheid in het plan besloten lag. De mannen worden daarom alleen veroordeeld voor het medeplegen van de poging tot diefstal met braak.
De mannen waren namelijk allen op de hoogte van het plan: het inbreken en stelen van hennep uit de woning en iedere verdachte had daar een voldoende bijdrage aan om van medeplegen te kunnen spreken.