Welke wettelijke grondslag de staatssecretaris gebruikt om een vreemdeling in bewaring te stellen, hangt onder meer af van de vraag of de vreemdeling rechtmatig in Nederland verblijft. De Afdeling bestuursrechtspraak ziet zich voor de vraag gesteld of een vreemdeling door het indienen van een verzoek om een voorlopige voorziening zulk rechtmatig verblijf heeft. In het Unierecht zijn er volgens de Afdeling bestuursrechtspraak geen aanwijzingen dat er een variant tussen onrechtmatig en rechtmatig verblijf mogelijk is, maar een soort tussenvariant zou naar haar oordeel wel mogelijk en wenselijk zijn. De Afdeling bestuursrechtspraak wil daarom van het Hof van Justitie weten of de Procedurerichtlijn zo kan worden uitgelegd dat een vreemdeling door het indienen van een verzoek om een voorlopige voorziening weliswaar tijdelijk niet wordt uitgezet, maar hij daarmee geen rechtmatig verblijf krijgt of houdt.