Bij de invordering van geldbedragen na handhavingsbesluiten, zoals dwangsommen of kosten van bestuursdwang, moet een bestuursorgaan rekening houden met alle relevante omstandigheden. Dat zijn ook omstandigheden die al bij de handhavingsbesluiten zelf aan de orde konden komen. Het gaat met name om de financiële draagkracht van de overtreder, de mate waarin de overtreding aan de overtreder te wijten is, de noodzaak van afschrikking en mogelijke samenloop van verschillende sancties.