Op grond van de Algemene wet bestuursrecht mogen aan de subsidieontvanger alleen verplichtingen worden opgelegd als die "strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie". De Haagse subsidieregels verplichten Brijder om de maximumnorm uit de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens in acht te nemen. Als die verplichting niet nagekomen wordt, kan de subsidie volgens de subsidieregeling van de gemeente Den Haag gekort worden. Naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak ziet deze verplichting echter niet op het doel van de subsidie, het bieden van verslavingszorg, maar op het verwezenlijken van een ander doel, namelijk het voorkomen van topsalarissen bij gesubsidieerde organisaties.