De verschillen in strafsoort hangen samen met voor de rechter belangrijke kenmerken van dadergroepen. Zo staat de ene groep vaker voor zware misdrijven voor de rechter, en zijn er bij andere groepen bijvoorbeeld vaker problemen op het gebied van werk, opleiding of relaties. Een rechter kijkt niet alleen naar het type en zwaarte van het misdrijf, maar ook naar de persoon van de dader. Zo wil hij tot een straf komen met het beste effect op dader én samenleving. Een simpel voorbeeld: het heeft niet zoveel zin om iemand een geldboete op te leggen als hij deze toch niet kan betalen. Een cel- of werkstraf is dan soms nuttiger. En de rechter zal eerder een celstraf dan een werkstraf opleggen, als de veroordeelde niet in Nederland woont of geen Nederlands spreekt.