Laden...

Rechtspraak houdt vast aan neutraliteit kleding rechter en griffier

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRaad voor de rechtspraak > Nieuws > Rechtspraak houdt vast aan neutraliteit kleding rechter en griffier
Utrecht, 31 mei 2016

In de rechterlijke organisatie geldt de afspraak dat rechters en griffiers in de rechtszaal en tijdens de behandeling van rechtszaken op geen enkele wijze door hun kleding blijk geven van hun levensovertuiging. Het College voor de Rechten van de Mens vindt dat de rechtbank Rotterdam ongeoorloofd onderscheid heeft gemaakt door een sollicitante voor de functie van buitengriffier af te wijzen vanwege haar hoofddoek. De Rechtspraak is het hier niet mee eens.

Sollicitatie

De rechtbank Rotterdam wilde de vrouw in kwestie niet inzetten als buitengriffier omdat zij in de rechtszaal zou optreden en haar hoofddoek daarbij niet af wilde doen. De rechtbank had de vrouw graag ingezet als buitengriffier (iemand die op oproepbasis griffierswerk doet). Dat ging niet door toen de sollicitatiecommissie vroeg of zij, in lijn met het togabesluit en de landelijke afspraken, bereid was haar hoofddoek af te doen voor zittingen. Dat wilde de vrouw niet. Ze diende over haar afwijzing een klacht in bij het College voor de Rechten van de Mens, om te laten beoordelen of de rechtbank in strijd met de wetgeving over gelijke behandeling heeft gehandeld. Onderscheid maken op grond van godsdienst is namelijk verboden, tenzij een wettelijke uitzondering van toepassing is.

Levensovertuiging

Rechters en griffiers dragen ter zitting een toga. Dat heeft de wetgever bepaald, die daartoe ook een wettelijke regeling heeft vastgesteld. De toga symboliseert de onpartijdigheid en onafhankelijkheid van de rechtspraak. Daaraan ontleent de rechtspraak mede het vertrouwen van de burger dat de achtergrond of persoonlijke opvattingen van de rechter geen rol spelen bij de beoordeling van de zaak. Het dragen van de toga geldt voor de rechter én de griffier, omdat zij beiden achter de tafel van de rechter plaatsnemen en niet zonder elkaar kunnen functioneren.

Strikt naleven

De gerechtsbesturen en de Raad voor de rechtspraak hebben afgesproken dat het togabesluit strikt wordt nageleefd en dat rechters en griffiers de toga niet combineren met tekenen waaruit hun levensovertuiging of andere levensopvatting blijkt, zoals een keppeltje, een hoofddoek of een kruisje. Of het gaat om een religieuze of andere overtuiging doet daarbij niet ter zake. Die afspraak geldt ook bij zittingen buiten de rechtszaal, bijvoorbeeld als de rechter en de griffier ter plaatse een situatie willen beoordelen. Dan dragen zij geen toga, maar zorgen zij er wel voor dat hun neutraliteit uit hun kleding blijkt.

Visie van de rechtspraak

De Rechtspraak beschermt de burger (ook) tegen discriminatie en betreurt dan ook dat het naleven van de wettelijke kledingvoorschriften en het strikt naleven van de onpartijdigheid door het College toch als ongeoorloofd onderscheid wordt beschouwd. Het College erkent weliswaar het belang van de onpartijdigheid van de Rechtspraak, maar meent dat het voor het vertrouwen van de burger in de onpartijdigheid van de rechter niet nodig is dat ook de griffier zich onthoudt van het dragen van tekenen van de religieuze overtuiging. Die opvatting deelt de Rechtspraak niet. Het werk van de griffier is zeer sterk verweven met dat van de rechter. De wetgever heeft terecht bij het togabesluit geen onderscheid gemaakt tussen rechter en griffier. Aan de volstrekte neutraliteit van rechtspraak kan geen concessie worden gedaan.

Geen uitsluiting

De stelling van het College dat door het kledingvoorschrift bevolkingsgroepen op voorhand worden uitgesloten van werken bij de Rechtspraak, wordt door de Rechtspraak niet herkend. Er werken binnen de Rechtspraak rechters en griffiers van alle religieuze gezindten en met allerlei verschillende levensovertuigingen en opvattingen. Zij hebben gemeen dat zij ter zitting door de neutrale toga laten blijken dat die opvattingen voor hun werk niet relevant zijn.

Uitspraken