Laden...

Levenslang en toch met verlof: vijf vragen en antwoorden

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRaad voor de rechtspraak > Nieuws > Levenslang en toch met verlof: vijf vragen en antwoorden
Den Haag, 14 juli 2014

De Staat moet meewerken aan onbegeleid verlof van een man die in 1984 levenslange gevangenisstraf kreeg na een schietpartij in een Delfts café, waarbij hij zes mensen doodde. Die uitspraak van de rechtbank Den Haag op 10 juli roept vragen op. Levenslang en toch met verlof, hoe kan dat?

Levenslange gevangenisstraf duurt toch je hele leven?

Levenslang is levenslang, maar de mogelijkheid bestaat om een veroordeelde na verloop van tijd gratie te verlenen. In de praktijk gebeurt dat echter zeer zelden.

Waarom mag deze man dan met verlof van de rechter?

Naar aanleiding van een gratieverzoek van de man in 2001 is na onderzoek geadviseerd hem te laten opnemen in een tbs-kliniek om te worden behandeld. De kliniek die hem zou kunnen opnemen, maakte echter duidelijk dat hij alleen kon komen als hij onder het gebruikelijke regime voor tbs zou vallen. Een tbs-kliniek heeft geen ‘bewaarfunctie’, maar is gericht op geleidelijke terugkeer in de samenleving, nadat het gevaar dankzij behandeling is geweken. Dat gebeurt via verschillende vormen van begeleid en later onbegeleid verlof. De minister en de kliniek hebben daar afspraken over gemaakt toen de man door de minister in de kliniek is geplaatst. Daar houdt de rechter de Staat aan.

Wat is er destijds afgesproken?

De man doorloopt het gebruikelijke tbs-traject, inclusief verlof. Slaagt dat niet, dan gaat hij terug naar de gevangenis om zijn straf uit te zitten. Maar als de behandeling succes heeft en de prognose voor terugkeer in de samenleving gunstig is, is ‘tijdige indiening van een gratieverzoek een punt van aandacht’. 

Wat is daarvan terecht gekomen?

De behandeling is goed verlopen en de man is al vaak op begeleid verlof gegaan, zonder problemen. Sinds 2006 voldoet hij aan alle vereisten voor verlof zonder begeleiding, maar de minister weigert daarvoor toestemming te geven. De man heeft inmiddels verschillende procedures aangespannen, met een voor hem gunstige afloop. Ook deskundige instanties vinden dat hij op onbegeleid verlof moet kunnen gaan. Het laatste verzoek daartoe is echter opnieuw afgewezen. De staatssecretaris beroept zich daarbij op de gevoelens van slachtoffers en nabestaanden, die hij in 2009 en opnieuw in 2014 heeft laten onderzoeken.

Wat zegt de rechter daarover?

De Staat heeft zelf aangedrongen op tbs en daarmee verwachtingen gewekt, maar doet er de laatste jaren alles aan om de voortgang van de behandeling te blokkeren. De laatste weigering om verlof toe te staan is volgens de rechter niet alleen in strijd met de gemaakte afspraken, maar ook met - onder meer - verschillende rechterlijke uitspraken en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De Staat moet bij zo’n beslissing alle belangen afwegen en niet alleen die van de nabestaanden en slachtoffers. Hun belangen zijn heel belangrijk, maar kunnen niet als enige basis dienen voor vergaande beslissingen over het behandeltraject van de man. Dit leidt tot een uitzichtloze impasse, die niet verenigbaar is met het door de minister zelf ingezette traject van tbs-behandeling. Tenslotte wijst de rechter erop dat de belangen van slachtoffers en nabestaanden ook behartigd kunnen worden door strikte voorwaarden aan het verlof te verbinden. Tot nu toe heeft de man zich aan alle afspraken gehouden.

Uitspraken