Het bijzondere van de Nederlandse aanpak is dat mediation binnen het strafproces plaatsvindt. ‘Als een soort bypass’, zegt Uitermark. ‘De officier van justitie of de rechter kan verdachte en slachtoffer aanbieden om in gesprek te gaan, maar zij laten de zaak niet los. Elke rechtbank en hof heeft een eigen mediationbureau dat alles organiseert. Stemmen de betrokkenen in met het aanbod, dan krijgen ze eerst ieder afzonderlijk een gesprek. Dan blijkt of een confrontatie tussen de 2 partijen een goed idee is.’
Na afloop komt de zaak altijd terug bij de officier of de rechter, ongeacht de uitslag. ‘Dat geeft een veilig gevoel, waardoor veel mensen wel een poging durven te wagen’, zegt Uitermark. ‘Als de mediation slaagt en betrokkenen afspraken hebben gemaakt, kan de officier besluiten de verdachte al dan niet verder te vervolgen. Was de zaak al voor de rechter gebracht, dan houdt die in zijn oordeel rekening met de gemaakte afspraken.’ Uitermark zou het liefst zien dat de rechter in bepaalde gevallen kan zeggen: hiermee is de zaak afgedaan. ‘Maar zo ver zijn we nog niet.’