Laden...

Op de rol: ‘Ik heb het zwaar verkloot’

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRaad voor de rechtspraak > Nieuws > Op de rol: ‘Ik heb het zwaar verkloot’
Den Haag, 24 april 2019

Politieagenten weten uit ervaring: als jij poolshoogte komt nemen, dan kan de vlam zomaar in de pan slaan; en dan heb jíj het gedaan. Als agenten op 28 juli van het vorige jaar thuis bij Herman* in Alphen aan den Rijn aan de deur komen, lijkt er geen vuiltje aan de lucht. Herman slaapt zijn roes uit. De agenten zijn op zoek naar de onverlaat die zijn auto ‘s nachts op een rotonde in de prak heeft gereden en hem vervolgens op de weg heeft laten staan.

De auto staat op naam van zijn moeder, maar die vertelt de agenten dat ze Herman moeten hebben. Op naar de bovenverdieping, alwaar ze Herman proberen te wekken. Dat lukt in eerste instantie niet, maar als het dan tóch lukt, is de beer los. De 18-jarige zoon des huizes scheldt en schreeuwt dat het een aard heeft. ‘Ik ga mijn kankerrijbewijs niet inleveren. Ik maak je af kankermongooltje. Wacht maar, ik pak je’, en nog veel meer van dat fraais. Pas als 3 agenten zich op Herman hebben gestort, kan hij op de overloop in de boeien worden geslagen. De agenten vinden ook bijna 40 gram hasj in zijn kamer (5 gram ziet de politie door de vingers). Op het politiebureau blijkt dat er nog steeds te veel alcohol in zijn bloed zit. ‘U moet die avond flink bezopen zijn geweest’, kan de politierechter alleen maar concluderen.

Drinken

Want vandaag zit Herman in het Haagse gerechtsgebouw tegenover politierechter Holtrop, voor zijn ouders en een schoolklas en naast raadsman Glas. Van de schreeuwlelijk Herman is niets meer over; vanochtend zit de deemoedige en geciviliseerde Herman in rechtszaal A5. Waar de ellende mee begon? Herman: ‘Het begon ermee dat mijn relatie na 3,5 jaar uitging. Ik had nergens meer zin in. Ik raakte in de put. Ik ben toen op de 27ste ‘s avonds met vrienden veel gaan drinken, veel te veel. Ik weet niet wat er gebeurde, maar er knapte iets in mij. Ik heb de auto gepakt en ben naar mijn ex-vriendin gereden. Wat ik heb gezegd, weet ik niet meer. Ze vertelde later dat ze mij had verteld dat ik niet moest gaan rijden, maar dat deed ik toch. De auto stopte, ik ben uitgestapt en ben naar huis gelopen.’ ‘Ik heb het verkloot’, appt Herman op dat late uur nog naar zijn moeder. ‘Later heb ik mij gerealiseerd wat er had kunnen gebeuren. Misschien zou er dan helemaal niets meer van mijn leven terecht zijn gekomen.’

Fout

‘s Ochtends komt de politie dus langs. ‘Kunt u zich herinneren wat er toen gebeurde?’, vraagt politierechter Holtrop. Herman: ‘Ik werd wakker in een nachtmerrie en schrok mij echt kapot. Ik wilde alleen maar weg om wat te roken. Als ik hasj rook, word ik rustig. Ik krijg mijn hoofd moeilijk stil. Toen ik wilde weglopen, duwde een agent mij tegen de muur, waarop ik hem beetpakte en hem op de grond probeerde te krijgen.’ Herman zegt spijt te hebben. ‘Ik begrijp dat ik helemaal fout zat. Ik had gewoon moeten luisteren en mee moeten gaan. Alleen, op dat moment lukte dat niet. Ik heb het zwaar verkloot. Ik herken mijzelf niet. Ik was het wel, maar het is niet mij.’ Begin dit jaar heeft Herman met 1 van de agenten gesproken. ‘Dat was een prettig gesprek. Ik wilde hem vertellen dat het niet persoonlijk was. Hij heeft niets verkeerd gedaan. Hij wilde mij juist helpen, zei mijn moeder.’

Chillen

Politierechter Holtrop pakt Herman’ dossier erbij. ‘Wat ik nou niet begrijp’, zegt ze, ‘is dat u bent begonnen met tweetalig onderwijs op het vwo. Ik constateer dat u geen diploma hebt.’ ‘Hoezo, wilt u weten?’ ‘Ja, dat begrijp ik gewoon niet’, antwoordt de politierechter. School en Herman lagen elkaar niet, daar komt het wel zo’n beetje op neer. ‘Ik liep altijd tegen wat aan en had een naam op school. Ik had een depressieve leraar. Ik was dat ook. Hij vertelde dan dat hij zichzelf met een vork in zijn arm prikte en of ik dat ook deed. We gingen bij hem thuis chillen. Dat was mijn mentor. Leraren sloten mij op in een lokaal. School geeft mij een slecht gevoel. Ik ben er niet klaar voor.’ En dus werkt Herman nu, tot grote tevredenheid van zijn baas en van hemzelf, bij een transportbedrijf.

Positief

De reclassering stelt voor om de inmiddels 19-jarige Herman op grond van het adolescentenstrafrecht te berechten. Ze adviseren ook een deels voorwaardelijke straf, met een meldplicht en een training om te leren denken en dan pas te doen en een behandeling. Hulp past hier beter dan een zware straf, vindt ook officier van justitie Zandbergen. Het adolescentenstrafrecht biedt die mogelijkheid, want met het strafblad van Herman (hij heeft zich al eens eerder verzet tegen aanhouding) zou hij als ‘gewone’ volwassene zomaar de cel in kunnen gaan. ‘Terwijl de verdachte nog een heel leven voor zich heeft.’ Nu houdt de officier het op een werkstraf van 80 uur, waarvan 30 uur voorwaardelijk, met een meldplicht bij de reclassering en gedragstraining en behandeling. Herman is ook 4 maanden zijn rijbewijs kwijt, maar omdat hij dat al 4 maanden kwijt was, merkt hij daar niets meer van.

Houding

‘Mensen die mij hier vaker treffen, weten ik dat altijd uitermate kritisch mag zijn over de strafeisen, maar vandaag ben ik het helemaal eens met de officier van justitie’, prijst raadsman Gras de wensen van de officier van justitie. ‘De officier houdt terecht rekening met de houding van mijnheer en met het feit dat hij te groot was voor een servet en te klein voor een tafellaken.’ Over de feiten wil de raadsman het niet hebben. Herman heeft alles gedaan en bekend. Waar het over moet gaan, aldus raadsman Glas, is dat Herman alles heeft gedaan en doet om te voorkomen dat hij weer met de sterke arm in de clinch gaat. ‘En daar is hij bloedserieus in.’

Wietgebruik

‘Als officier en raadsman het zo met elkaar eens zijn, dan blijft er niet zoveel voor mij over’, concludeert politierechter Holtrop. Herman heeft zich op 27/28 juli 2018 beschamend gedragen. ‘Dat dronken rijden had heel anders kunnen aflopen en de manier waarop u zich gedroeg tegenover de politieagenten ging alle perken te buiten’, aldus de rechter, die het prettig vindt dat Herman een goed gesprek heeft gehad met de politie. Rechter Holtrop: ‘Ik zie dat u zich realiseert dat het zo niet langer kan en dat u uw leven oppakt. Het is goed dat u uw drankgebruik matigt. Ik zou het liefst hebben dat u uw wietgebruik naar 0 terugbrengt, maar dat is niet aan mij. Ik hoop dat er ooit een diploma uitkomt, maar daar ga ik ook niet over.’ De politierechter geeft Herman exact de straf die hij volgens de officier en de advocaat verdient. ‘Ik hoop dat u hebt geleerd van deze zwarte bladzijde in uw leven.’

* Herman is niet zijn echte naam.

Uitspraken