Het kleinste foutje in het verkeer kan grote gevolgen hebben. Zeker als er dodelijke slachtoffers zijn, is het moeilijk te accepteren dat de veroorzaker van een ongeval relatief licht wordt gestraft. Maar een ongeluk kan bijvoorbeeld worden veroorzaakt doordat een bestuurder een seconde is afgeleid door jengelende kinderen op de achterbank. Of doordat hij per ongeluk geen voorrang verleende, omdat hij een verkeersbord niet zag. Dit kan - helaas - iedereen overkomen, ook de van nature voorzichtige automobilist. Zo’n bestuurder heeft niet de bedoeling een ongeluk te veroorzaken, en al helemaal niet om iemand te doden. Als er ‘slechts’ sprake is van onoplettendheid, dan zal de rechter dit vanzelfsprekend anders beoordelen dan wanneer iemand te veel heeft gedronken en te hard heeft gereden. Het is de taak van de rechter om steeds te kijken of iemand het gedaan heeft en zo ja, met welke mate van verwijtbaarheid. Daarbij kan hij zich niet altijd laten leiden door de gevolgen van een ongeluk, hoe moeilijk dat ook is voor slachtoffers en nabestaanden. Veroorzakers van dodelijke verkeersongevallen zijn bovendien bijna altijd enorm aangeslagen door het leed dat zij veroorzaakten, ongeacht de straf die zij krijgen.