Het strafrecht moet het daarom doen met recidivecijfers als graadmeter voor de effectiviteit van straffen. Hoe vaak plegen mensen na gevangenisstraf, tbs of ISD opnieuw een misdrijf? Het voorkomen daarvan is een belangrijk strafdoel.
Er zijn veel recidivecijfers, maar het probleem bij de beoordeling daarvan is dat mensen die een gevangenisstraf hebben gehad, niet zomaar te vergelijken zijn met tbs’ers of veelplegers na een ISD-maatregel. Bovendien spelen ook veel andere factoren een rol bij de vraag of iemand al dan niet opnieuw in de fout gaat: intelligentie bijvoorbeeld, maar ook eventuele schulden, persoonlijke omstandigheden en achtergrond.
Duidelijk is wel dat criminelen opsluiten en hen intensief begeleiden resultaten oplevert, hoewel de recidivecijfers ook dan hoog blijven. Duidelijk is ook dat hoe intensiever de begeleiding is, des te duurder. Uiteindelijk is het een politieke keuze hoeveel geld hieraan kan worden besteed.
Economen doen wel onderzoek naar de ‘economische doelmatigheid’ van straffen en maatregelen (hoeveel wordt er geïnvesteerd en wat levert het de maatschappij op?). De resultaten hiervan laten echter nog veel vragen open.