Laden...

Claimstichting in ongelijk gesteld in collectieve procedure tegen Vattenfall

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Amsterdam > Nieuws > Claimstichting in ongelijk gesteld in collectieve procedure tegen Vattenfall
Amsterdam, 09 oktober 2024
De rechtbank wijst alle vorderingen van claimstichting Nuon-claim tegen Vattenfall af. Stichting Nuon-claim spande een collectieve procedure aan tegen Vattenfall (voorheen Nuon) omdat zij vond dat Vattenfall bij de levering van elektriciteit ten onrechte bepaalde kosten in rekening bracht aan zakelijke klanten. De rechter oordeelt dat Vattenfall die kosten in rekening mocht brengen en dat Vattenfall niet onrechtmatig handelde.   

Het gaat in deze zaak om de vraag of Vattenfall (voorheen Nuon) als elektriciteitsleverancier  een vergoeding op basis van gecontracteerd vermogen in rekening mocht brengen aan zakelijke klanten. Vattenfall bracht die kosten sinds de liberalisering van de elektriciteitsmarkt in 2002 in rekening bij zakelijke klanten met een ‘kleine grootverbruikersaansluiting’ (meer dan 3 × 80 Ampère) op het elektriciteitsnet. Dit ging onder meer om middelgrote ondernemingen, kleine ondernemingen en non-profit instellingen. Volgens de Stichting Nuon-Claim mocht Vattenfall die kosten niet in rekening brengen omdat er tegenover de in rekening gebrachte kilowatt (kW)-vergoeding geen dienst of product stond. Daarom startte de stichting een collectieve procedure tegen Vattenfall.

Exclusieve belangenbehartiger

De zaak wordt voor een deel van de achterban van de stichting beoordeeld onder het oude collectieve actierecht (art. 3:305a (oud) BW) en deels onder de Wet Afwikkeling Massaschade in Collectieve Actie van 2020 (WAMCA; art. 3:305a BW). De stichting is al eerder ontvankelijk verklaard en in de WAMCA-zaak als exclusieve belangenbehartiger aangewezen.

Voor de beoordeling van de zaak keek de rechtbank naar de bepalingen van de Wet Acquisitiefraude, en voor zaken voor 2016 naar de algemene bepaling over onrechtmatig handelen. De rechtbank concludeert dat er geen misleiding heeft plaatsgevonden door het in rekening brengen van de kW-vergoeding. Die vergoeding mocht volgens een Besluit “Vaststelling tariefdragers tarieven transport en levering elektriciteit” uit 1999 ook in het leveringsafhankelijke element van het tarief worden opgenomen. De rechtbank verwerpt daarom het standpunt van de stichting dat die vergoeding alleen door de netbeheerder mocht worden berekend voor het transport van elektriciteit. De wetgever heeft voor de groep kleine grootverbruikers gesteld dat die in de sinds 1998 in fases geliberaliseerde elektriciteitsmarkt in staat moeten worden geacht de eigen contracten te beoordelen en daarin keuzes te maken. Door deze keuze van de wetgever kunnen de kleine grootverbruikers niet gelijk worden gesteld met consumenten. Overigens is deze groep verbruikers divers qua omvang en samenstelling, zodat er ook om die reden geen aanleiding is de beschermende maatregelen in de Elektriciteitswet voor consumenten overeenkomstig toe te passen.

Klanten niet op verkeerde been gezet

De claim van de stichting dat Vattenfall essentiële informatie heeft verzwegen over de kW-vergoeding wijst de rechtbank af. De vergoeding was eenvoudig te berekenen op basis van de aanbieding van Vattenfall. Bovendien maakte de toelichting, die stond vermeld op de aanbieding en de energienota’s, de prijsopbouw duidelijk. De klanten zijn dan ook niet op het verkeerde been gezet aldus de rechtbank. Ook maakte Vattenfall duidelijk dat de netbeheerder een bedrag in rekening brengt voor het transport van elektriciteit en dat dit niet is inbegrepen in de prijs die Vattenfall bij deze klanten in rekening brengt.

De stichting stelde ook dat Vattenfall het stilzitten van een deel van haar klanten na een nieuw jaarlijks aanbod misbruikte. De rechtbank oordeelt dat de kW-klanten in de geliberaliseerde markt de keuze hadden bij welke energieleverancier zij energie afnamen. Zij waren dus vrij om te onderhandelen over de contractvoorwaarden en om over te stappen naar een andere leverancier, maar hebben dit om wat voor reden niet gedaan. In deze situatie kan een kW-klant er niet over klagen dat die zelf niet het vergelijkend onderzoek heeft gedaan (stilzitten), dat een andere klant wel heeft gedaan.

De rechtbank wijst alle vorderingen van Stichting Nuon-claim tegen Vattenfall af. Vattenfall heeft geen andere zorgvuldigheidsnorm overschreden en er is evenmin sprake van onverschuldigde betaling van de kW-vergoeding.

Meer informatie

Voor meer informatie kunt u een e-mail sturen naar de afdeling Communicatie van de rechtbank Amsterdam.

Uitspraken