Laden...

Geen arbeidsovereenkomst maar wel arbeidsbemiddeling tussen Helpling en schoonmaker

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Amsterdam > Nieuws > Geen arbeidsovereenkomst maar wel arbeidsbemiddeling tussen Helpling en schoonmaker
Amsterdam, 01 juli 2019

Tussen website Helpling en personen die via dit online platform schoonmaakwerk verrichten, is geen sprake van een arbeids- of uitzendovereenkomst. Helpling is daarom ook niet verplicht om de schoonmaak-CAO toe te passen. Wel is er sprake van arbeidsbemiddeling. Daarom mag Helpling niet langer een vergoeding vragen van schoonmakers die de site gebruiken. Dat heeft de kantonrechter geoordeeld.

Online prikbord of meer?

Vakbond FNV en een vrouw die via Helpling schoonmaakwerk verricht, hadden de rechter gevraagd te bepalen dat er tussen het online platform en de schoonmakers sprake is van een arbeids- of uitzendovereenkomst, inclusief alle daarbij horende rechten en plichten. Helpling verzette zich: het bedrijf stelt dat het niet meer is dan een online prikbord waar schoonmakers en particulieren elkaar kunnen vinden. Het bedrijf zou verder zelf geen arbeidsrechtelijke rol spelen.

Helpling speelt actieve rol

De kantonrechter komt tot de conclusie dat Helpling wel degelijk meer is dan enkel een online prikbord. Daarvoor speelt het bedrijf een te actieve rol in het proces. Zo hanteert Helpling regels met betrekking tot het accepteren, wijzigen of weigeren van een klus en de consequenties die kleven aan een (te late) wijziging of annulering. Ook bemoeit het bedrijf zich actief met de beoordeling van schoonmakers en de afhandeling van klachten, en kan het accounts van schoonmakers pauzeren of blokkeren.

Geen gezagsverhouding

Dit alles is echter onvoldoende om te kunnen spreken van een gezagsverhouding tussen Helpling en de schoonmaker. Hiervoor heeft de schoonmaker te veel vrijheid om het werk naar eigen inzicht te verrichten. Als gevolg daarvan kan de relatie tussen de twee partijen niet worden bestempeld als arbeids- of uitzendovereenkomst. Daarmee is Helpling dus ook niet verplicht om de cao voor het schoonmaak- en glazenwassersbedrijf toe te passen, of om schoonmakers hetzelfde loon te betalen als werknemers met een vergelijkbare functie.

Geen commissie meer in rekening brengen

Er is echter wel sprake van arbeidsbemiddeling in de zin van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi). Helpling handelt in strijd met deze wet door schoonmakers een vergoeding  te vragen voor het gebruik van de site. Het bedrijf brengt nu aan de schoonmakers tussen de 23 en 32 procent aan commissie in rekening. Hiermee dient het platform per 1 augustus 2019 te stoppen, op straffe van een dwangsom van 2500 euro per dag. De rechter stelt de FNV ook in het gelijk op het punt dat er – door de actieve rol van Helpling – tussen de partijen sprake is van een zogenaamde overeenkomst van opdracht. Dit leidt echter niet tot extra rechten of aanspraken bij de schoonmakers.

Relatie tussen schoonmaker en klant

Ten slotte oordeelt de kantonrechter dat er tussen de schoonmakers en de particulier waarvoor het huishoudelijk werk wordt verricht, sprake is van een arbeidsovereenkomst die valt onder de Regeling Dienstverlening aan huis. Dit is een arbeidsovereenkomst met beperkte rechten voor de werknemer. Er geldt wel een recht op het minimumloon, maar niet op de gebruikelijke voorzieningen bij ziekte, pensioen, vakantietoeslag en doorbetaling van loon tijdens vakantie.

Meer informatie

Voor meer informatie, bel de afdeling Voorlichting & Communicatie van de rechtbank Amsterdam, telefoonnummer: 088-3611440, of stuur een e-mail naar info.rechtbankamsterdam@rechtspraak.nl.

Uitspraak