Een publicist – die in het boek en in de recensie van de Volkskrant met naam en toenaam wordt genoemd – had geëist dat de krant een rectificatie zou plaatsen. In de recensie werd hij omschreven als “kletskous”, “paranoïde gekkie” en “ongekroonde koning van het gekkenhuis”. Door die omschrijving zou de publicist naar eigen zeggen in zijn eer en goede naam zijn aangetast en zou afbreuk zijn gedaan aan zijn geloofwaardigheid.
De kortgedingrechter oordeelt echter dat het belang van de Volkskrant om zich in het openbaar (kritisch, informerend, opiniërend of waarschuwend) te kunnen uitlaten zwaarder weegt dan het belang van de publicist.