De voorzieningenrechter oordeelt ook dat het verwijderen van de interviewvideo niet in strijd is met het recht op vrijheid van meningsuiting. Met haar Covid-beleid geeft Google niet alleen gehoor aan de oproep van centrale overheden om hen bij te staan in de strijd tegen de verspreiding van onjuiste informatie over het coronavirus, het vormt tevens een uitwerking van het fundamentele recht op eigendom van Google: het bedrijf mag zelf bepalen welke regels op het platform gelden, waaronder de regel dat content die in strijd is met het Covid-beleid, wordt verwijderd. Het eigendomsrecht van Google geldt dus als een legitieme beperking van de vrijheid van meningsuiting van anderen.