Bestuur - De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid moet een asielaanvraag opnieuw beoordelen. Het terugkeerbesluit vermeldde namelijk niet naar welk land de vreemdeling moet terugkeren, terwijl dat wel moet. Dat oordeelt de rechtbank die daarmee de nieuwe jurisprudentie van het Europees Hof van Justitie en de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State toepast. Het terugkeerbesluit vermeldde slechts dat de man niet langer rechtmatig in Nederland verblijft en dat hij het grondgebied van de EU, EER, en Zwitserland onmiddellijk moet verlaten. Er stond niet naar welk land hij moet terugkeren of naar welk land hij wordt uitgezet. Dit moet dus wel, aangezien een vreemdeling banden kan hebben met meerdere landen. Een vreemdeling moet weten naar welk land hij zal worden verwijderd, zodat hij de belangen die aan terugkeer naar dat land in de weg staan, zo goed mogelijk naar voren kan brengen en daar effectief tegen kan procederen.
Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBDHA:2021:6776