11 mei - Een bank moet aan een stichting, die optreedt als formele eiseres namens tien achterliggende materiële procespartijen, informatie verstrekken over de gang van zaken en advisering door de bank bij de totstandkoming van renteswapovereenkomsten. Zo heeft de voorzieningenrechter bepaald. De stichting stelt dat de eisers verkeerd zijn geadviseerd en daardoor schade hebben geleden. De bank was verplicht om deze adviesgesprekken, die plaatsvonden voor het sluiten van de overeenkomst, schriftelijk vast te leggen en te bewaren in de betreffende klantdossiers. De bank moet deze informatie aan de stichting verstrekken, omdat zij die informatie in een lopende procedure tussen partijen mogelijk kan gebruiken om haar stelling, dat de bank hen bij het aangaan van de overeenkomsten verkeerd heeft geadviseerd en daarmee haar zorgplicht heeft geschonden, te bewijzen.
Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2021:2386